10. Tik de afscherming in de handgreepsteunzitting.
11. Maak de gaskabel en de koppeling goed vast aan de nylonkoord.
AFSTELLING EN GEBRUIK
De grondbewerkingsmachine is geschikt voor het cultiveren van zandgrond
en kleigrond, droge grond en rijstvelden met een waterdiepte van minder
dan 250 mm. Cultiveer land met onkruid nadat u het onkruid hebt verwijdert.
Vul de tank met olie en benzine na het lezen van de motorinstructies
voordat u de grondbewerkingsmachine gebruikt.
Plaats de grondbewerkingsmachine op een vlakke plek en draai de
olieplug los en voeg vervolgens olie van hoge kwaliteit toe op de onderste
limiet van het oliegat.
Afstelling van het voorwiel
Trek vóór het starten de veerklem en verbindingsas (3) eruit. Bevestig ze na
het instellen van de werkpositie die wordt weergegeven in de afbeelding.
Diepteafstelling
Verwijder eerst de klemschroef.
Pas de hoogte van de sleepstang aan volgens de diepte van het cultiveren.
En bevestig de verbindingsas (2) en de veerklem en vergrendel de
sleepstang stevig met de klemschroef.
Trek de veerklem en verbindingsas (2) eruit.
4
Vervoerposi ti e
Verbi ndi ngsas
VO O RW I EL
van de veerkl em
W erkposi ti e