2. Doe wat benzine in het meegeleverde schoon, goedgekeurd brandstofreservoir.
3. Giet de olie erin en schud goed.
4. Als roeren niet voldoende is, moet u er rekening mee houden dat, er een verhoogd gevaar is dat de
zuiger kan vastlopen omwille van een abnormaal arm mengsel.
■BRANDSTOF AAN DE MACHINE TOEVOEGEN
1. Draai de tankdop los en verwijder hem. Laat de dop rusten op een stofvrije plek.
2. Giet brandstof in de brandstoftank tot 80% van de volledige capaciteit.
3. Schroef de tankdop stevig vast en verwijder gemorste brandstof rond het apparaat.
WAARSCHUWING
1. Voeg brandstof toe op een open terrein .
2. Ga op minstens 3 meter (10 voet) van de plek staan waar u brandstof hebt toegevoegd voordat u de
motor start.
3. Stop de motor voordat u brandstof aan de machine toevoegt. Zorg er op dat moment voor dat u de
gemengde benzine in het reservoir voldoende schudt.
4. Als u het product voor langere tijd opbergt, reinigt u de brandstoftank nadat deze is geledigd. Schakel
vervolgens de motor in en verwijder de gemengde brandstof en ledig de carburateur.
9. Gebruik
------------------------------------------------------------------------------------------------------
■ DE MOTOR STARTEN
WAARSCHUWING
De maaikop begint te draaien wanneer de motor wordt gestart.
1. Vul de brandstoftank met brandstof en draai de dop stevig vast.
2. Plaats de machine op een vlakke, stevige plek. Houd de maaikop van de grond en niet dicht bij
omringende voorwerpen omdat deze bij het starten van de motor gaat draaien.
3. Duw meerdere keren op de opvoerpomp tot er brandstof uit de retourbuis stroomt.
3. Zet de smoorhendel in de gesloten positie.