Eindgebruikers moeten zich ervan verzekeren dat het drukbereik van de luchttoevoer naar het apparaat binnen
de grenzen van minimaal 2,0 bar tot maximaal 9,0 bar ligt.
Sluit de persluchttoevoerslang (CAST) aan op de Autoflow-regelaar zoals getoond in Afbeelding 3. Verlaag
de druk tot het waarschuwingsfluitje voor lage stroom begint te knipperen en verhoog dan de druk tot
de normale werkdruk (2,0 bar naar 9,0 bar). Zorg voor een constante luchtstroom in de kap van het pak
(Afbeelding 4).
Afbeelding 3
Opmerking: Als het ActiveAir Autoflow-pak wordt aangesloten op een mobiel persluchttoevoersysteem
dat wordt bediend door een assistent, moet erop worden gelet dat bij het dragen van oorbescherming de
hoorbaarheid van het waarschuwingsapparaat van de Autoflow-regelaar kan afnemen.
De grootte van de compressor, smeerolie voor voedingsmiddelen, filterklasse D, koolmonoxidemonitor (CO),
koeldroger, opvangtank met condensafvoer en luchtdistributiesysteem moet specifiek zijn afgestemd op het
aantal werknemers en het type ademhalingstoestellen dat wordt gebruikt.
Het is een goede gewoonte om de kap te dragen met chemische beschermende kleding die gelijkwaardig is aan
of beter is dan de beschermende werking van de kap.
Volg deze stappen bij het aantrekken van de kap:
1. Verwijder alle persoonlijke bezittingen die zouden kunnen leiden tot beschadiging van de kap (bijv.
horloges, badges, sieraden, etc.).
2. De drager moet de kap optillen en zijn of haar hoofd erin plaatsen (zie Afbeelding 5 en Afbeelding 6).
NB: Indien nodig kan de drager een in maat 52 - 64 cm verstelbare helm zonder uitsteeksels opzetten
die voldoet aan EN 397 voordat de kap over het hoofd wordt geplaatst. Nadat de kap over het hoofd is
geplaatst, terwijl de helm wordt gedragen, kan het nodig zijn om de riempjes van de helm aan te passen
voor meer comfort en een betere pasvorm. Zorg ervoor dat de gebreide halsafdichting gelijkmatig rond
de nek van de drager zit.
8
Aankleedprocedure
Afbeelding 5
Afbeelding 4
Afbeelding 6