Instellingen
• G eluid bij pen (los)koppelen: instellen dat het apparaat een geluid weergeeft wanneer de
S Pen in de sleuf wordt geplaatst of wordt verwijderd.
• G eluid bij toetsaanslag: instellen dat het apparaat een geluid laat horen wanneer u een toets
aanraakt.
• T rillen bij toetsaanslag: instellen dat het apparaat trilt wanneer u een toets aanraakt.
• A udiouitgang: een audio-uitvoerindeling selecteren voor gebruik bij aansluiting van het
apparaat op HDMI-apparatuur. Sommige apparaten ondersteunen de surround sound-instelling
mogelijk niet.
• A dapt Sound: het geluid personaliseren voor het oor dat u het meest gebruikt wanneer belt of
naar muziek luistert.
Display
• H elderheid: de helderheid van het scherm aanpassen.
• T ime-out scherm: instellen na hoeveel tijd de achtergrondverlichting van het scherm moet
worden uitgeschakeld.
• D uur verlichting tiptoetsen: de duur voor de verlichting van de aanraaktoetsen instellen.
• S cherm-modus:
– Adapt Display: gebruik deze stand om het scherm te optimaliseren volgens de instellingen
voor het scherm.
– Dynamisch: gebruik deze stand om de tinten van het scherm levendiger te maken.
– Standaard: gebruik deze stand voor een normale omgeving.
– Professionele foto: gebruik deze stand om de tint in echte kleuren weer te geven.
– Film: gebruik deze stand voor een omgeving met weinig licht, zoals een donkere kamer.
• L eesmodus: selecteren welke applicaties de leesstand gebruiken. De leesstand is speciaal
bedoeld om uw ogen te beschermen wanneer u leest in het donker.
• S chermtint auto-aanpassen: instellen dat het apparaat stroom bespaart door de helderheid
van het scherm aan te passen.
• D agdromen: instellen dat het apparaat een schermbeveiliging start wanneer het apparaat in
een dock staat of wordt opgeladen.
• S cherm automatisch draaien: de interface instellen om automatisch te draaien wanneer u het
apparaat draait.
• B atterijpercentage weergeven: instellen om het apparaat de resterende gebruiksduur van de
batterij te laten zien.
• B ewerken na schermafbeelding: instellen dat de schermafbeelding van het apparaat moet
worden bewerkt na het vastleggen ervan.
151