4 Gebruik
4.1 Beveiliging
Voordat u de zaag start, moet u ervoor zorgen dat u aan de volgende voorwaarden voldoet:
•
Het technische aspect van de machine moet onberispelijk zijn,
•
Het apparaat moet correct worden geïnstalleerd en gemonteerd,
•
De instructies in de gebruikershandleiding moeten worden opgevolgd,
•
Alle veiligheidsregels en instructies moeten worden toegepast.
•
Verhelp storingen of laat deze onmiddellijk verhelpen. Als u een storing ontdekt, onderneem dan onmiddellijk actie
om ervoor te zorgen dat de machine niet per ongeluk kan worden opgestart. Breng de onderhoudsafdeling
onmiddellijk op de hoogte.
Elke wijziging moet worden gemeld aan de persoon die verantwoordelijk is voor de machine.
Zie "Veiligheid tijdens het werk" op pagina 14
4.2 Bedieningselementen en displays
1
2
6
5
11
7
Afb. 4-1: SD500
Pos.
Beschrijving
1
Bladspanningsmeter
Afstelling zaagspanning
2
3
Handgreep
Verstelbaar blad en koelvloeistofslanggeleider
4
Handwiel machineklem
5
Snelspanhendel voor machineklem
11
3
4
9
10
12
8
Pos.
Beschrijving
Machineklem
6
Bedieningspaneel voor hydraulische neerlaten
7
van de zaagboog - Zie "4.2.1 Bedieningspaneel"
op pagina 27.
8
Hendel voor het vastdraaien van de zaagbeugel
Materiaal aanslag
9
10
Hydraulische cilinder
12
Zaag boog eindschakelaar
27
OPTIMUM
M A S C H I N E N - G E R M A N Y