Montagehandleiding - Audi achteruitrijcamera
Uitgave 01
– Tules van schuim op beide stekkers van achteruitrijcamera
plaatsen.
– De beide stekkers voor video-overdracht van de kabelbundel
met achteruitrijcamera -A- verbinden
-in de richting van de pijl-.
– Stekkers met tules van schuim en kabelbinders tegen ruis-
vorming beschermen.
– Kabelbundel met kabelbinders tegen ruisvorming bescher-
men.
3.6
Kabelbundel voor diagnose-interface voor databus -J533- en regeleen-
heid voor informatie-elektronica 1 -J794-
Voertuigen met stuur links
– Kabelbundel voor ach-
teruitrijcamera van de
kabeldoorvoer bestuur-
derszijde/bijrijderszijde
(afhankelijk van voer-
tuigvariant) langs de
seriekabelbundel (geen
seriekabelbundel voor-
handen, is afhankelijk
van voertuigvariant)
over de C-stijl tot de
positie van de diagno-
se-interface voor de
databus -J533- -B- on-
der de achterbank leg-
gen.
– Kabelaftakking voor di-
agnose-interface voor
databus -J533- -B- in
het bereik positioneren.
– De andere kabelbundel
over de bijrijder richting
regeleenheid voor in-
formatie-elektronica 1
-J794- -C- leggen.
– Kabelbundel voor ach-
teruitrijcamera op de
gezamenlijke lengte
met kabelbinders en
kabelbinderklemmen
op de seriekabelbundel
bevestigen en tegen
ruisontwikkeling be-
schermen.
12
3 Voorbereidende werkzaamheden