Bediening
E. Het apparaat moet zich tijdens de meting verder dan 60 cm van het
gemeten object bevinden;
F. Om een nauwkeurig meetresultaat te bereiken, moet de temperatuur
van het apparaat overeenstemmen met de omgevingstemperatuur.
Optelling (zonder M+opslag)
•
D ruk op de READ (LEZEN) - toets - de meetwaarde verschijnt in het
bovenste gedeelte van het display;
•
D ruk op de +/= - toets, om de optelmodus te openen - het „+" -
symbool verschijnt in het display en het resultaat wordt tegelijkertijd
in het onderste gedeelte van het display weergegeven (druk opni-
euw op de +/= - toets, om de optelling af te breken);
•
D ruk opnieuw op de READ (LEZEN) - toets, om een tweede meting
uit te voeren – de meetwaarde verschijnt in het bovenste gedeelte
van het display;
•
D ruk de +/= - toets opnieuw in, om de som in het onderste gedeelte
van het display weer te geven;
16
Bediening
•
D oor herhalen van de eerder genoemde stappen wordt de optelling
voortgezet.
Optelling (met M-opslag)
•
V oer de meting uit. Sla het eindresultaat op door de MODE - toets
minstens 2 sec. ingedrukt te houden tot er een dubbele pieptoon
klinkt. „M+" verschijnt in het display.
•
S tart de nieuwe meting zoals beschreven: druk op de READ (LEZEN)-
toets;
D ruk op de +/= - toets om naar de optelmodus te schakelen - „+"
•
verschijnt in het display;
•
G eheugen bij het laatste meetresultaat optellen: +/= minstens 2 sec.
ingedrukt houden tot er een dubbele pieptoon klinkt. „M+" verd-
wijnt van het display. In de onderste regel in het display staat nu de
geheugenwaarde.
17