Veiligheidsvoorschriften
Houd uw werkruimte in orde!
Wanorde in de werkruimte leidt tot ongevalsrisico's.
Houd rekening met omgevingsinvloeden!
Stel het apparaat niet bloot aan regen. Gebruik het apparaat niet in een
vochtige of natte omgeving. Zorg voor een goede verlichting van de
werkruimte. Gebruik het apparaat niet op plaatsen, waar brandgevaar of
explosiegevaar bestaat, bijv. in de buurt van brandbare vloeistoffen of
gassen.
Houd kinderen op afstand!
Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclu-
sief kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en/of gebrek aan kennis, tenzij iemand die ver-
antwoordelijk is voor hun veiligheid toezicht houdt, of wanneer deze hun
aanwijzingen heeft gegeven, hoe het apparaat moet worden gebruiken.
Er moet toezicht zijn op kinderen, om te garanderen, dat ze niet met het
apparaat spelen.
Let op een veilige stand!
Let op een veilige stand, zodat u in iedere werkpositie uw evenwicht kunt
bewaren.
Let altijd goed op!
Concentreer u op uw werk. Ga verstandig te werk. Gebruik het apparaat
niet, als u moe bent.
Niet in de laserstraal kijken.
Richt de laserstraal niet direct op de ogen van andere personen. Stel het
apparaat niet op ooghoogte op, en gebruik het niet op of in de buurt
van reflecterende oppervlakken, omdat de laserstraal in uw ogen of in de
ogen van andere personen geprojecteerd kan worden. Bekijk de laserstra-
al niet met een verrekijker of vergrootglas.
Gebruik het juiste apparaat!
In deze bedrijfshandleiding is het voorgeschreven gebruik beschreven.
6
Veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing!
Het gebruik van andere dan de in deze handleiding aanbevolen voorze-
tapparaten en accessoires of de uitvoering van werkzaamheden met dit
apparaat die niet overeenkomen met het voorgeschreven gebruik, kan tot
ongevalsrisico's leiden.
Controleer uw apparaat op beschadigingen!
Laat het apparaat niet vallen. Controleer het apparaat voor het werk op
beschadigingen. Controleer of het apparaat naar behoren zal functioneren.
Gebruik het apparaat niet, als enig onderdeel defect is.
Bewaar uw apparaten op een veilige plaats!
Ongebruikte apparaten en batterijen moeten op een droge plaats
worden bewaard die niet bereikbaar is voor kinderen.
Reparaties:
Dit apparaat beantwoordt aan de betreffende veiligheidsvoorschriften.
Reparaties mogen alleen door bevoegde vakmensen en met originele
reserveonderdelen worden uitgevoerd, anders bestaat er gevaar voor
ongelukken voor de gebruiker.
Houd ook rekening met het volgende:
Als u het apparaat niet overeenkomstig deze gebruiksaanwijzing
gebruikt, kan de beoogde bescherming minder worden.
7