HS-898
TROUBLE SHOOTING
Hier zijn enkele suggesties voor het oplossen van problemen die u mogelijk heeft met uw scootmobiel. Er is een
zelfdiagnostisch waarschuwingslampje op het bedieningspaneel. Om het zelfdiagnoselampje te controleren, draait u
de sleutel om en telt u het aantal knipperingen op het waarschuwingslampje.
SCOOTER BEWEEGT NIET
WANNEER DE SLEUTEL WORDT
INGESCHAKELD
Controlepunt
Controleer of de stroom is uitgeschakeld
Check if the N-D lever is in Neutral position
Controleer of de batterij voldoende is.
(Batterijmeter is minder dan 25%)Controleer of de
batterij voldoende is. (Batterijmeter is minder dan
25%)
1. Controleer de gangreserve-indicator op
het bedieningspaneel, deze moet
oplichten in groene, gele en rode
zones.
2. Controleer het
zelfdiagnosewaarschuwingslampje,
het moet constant zijn. Als het
knippert, zie de onderstaande tabel
voor probleemidentificatie.
3. Controleer alle elektrische aansluitingen om er
zeker van te zijn dat ze goed vastzitten.
Als geen van de bovenstaande problemen het
probleem verhelpt, neem dan contact op met uw
erkende dealer.
1. Controleer de gangreserve-indicator op het bedieningspaneel, deze moet oplichten in groene, gele
en rode zones.
2. Controleer het zelfdiagnosewaarschuwingslampje, het moet constant zijn. Als het knippert, zie de
onderstaande tabel voor probleemidentificatie.
3. Controleer alle elektrische aansluitingen om er zeker van te zijn dat ze goed vastzitten.
1. Als geen van de bovenstaande problemen het probleem verhelpt, neem dan contact op met uw erkende
dealer.
ERROR CODE
Flash
Omschrijving
1
Batterij bijna leeg
2
Batterij bijna leeg Fout
De
Low
Battery
veiligheidsnormen. De scooter geeft een zichtbare en hoorbare waarschuwing voor een bijna lege batterij
als de batterij voltage daalt onder 90% van de uitschakelspanning. De waarschuwing bestaat uit twee korte
flitsen en heeft voorrang op alle andere flitscodes in het systeem.
3
Hoge batterijfout
Time-out stroomlimiet of
4
oververhitting van de
regelaar
5
Parkeerrem
Oplossing
Schakel de stroom in.
Schakel over naar de stand D (aandrijving). Schakel de
stroom uit en weer in.
Laad de batterij op en test opnieuw.
Koppel het netsnoer van de oplader los.
De batterijen zijn bijna leeg.
•
Laad de batterijen op.
De batterijen zijn leeg.
1. Laad de batterijen op.
•
Controleer de batterij en de bijbehorende aansluitingen en bedrading.
Fault
Flash-code,
hierboven
Accuspanning is te hoog. Dit kan gebeuren als u overbelast bent en/of een
lange helling afdaalt.
•
Als u een helling afrijdt, verlaag dan uw snelheid om de hoeveelheid
regeneratief opladen te minimaliseren.
De motor heeft te lang zijn maximale stroomsterkte overschreden.
1. De scooter is mogelijk tot stilstand gekomen. Zet de controller uit,
laat een paar minuten staan en zet hem weer aan.
•
De motor is mogelijk defect. Controleer de motor en de
bijbehorende aansluitingen en bedrading.
Er is een ontgrendelingsschakelaar voor de parkeerrem actief of de
parkeerrem is defect.
1. Controleer de parkeerrem en de bijbehorende aansluitingen en
bedrading.
•
Zorg ervoor dat alle bijbehorende schakelaars in de juiste positie staan.
Eerste controlepunten
beschreven,
is
een
17
Instructieboekje
vereiste
van
verschillende