7 Configuratie
INFORMATIE
Indien er zich een storing voordoet in de warmtepomp en
Noodbedrijf is ingesteld op Handmatig, blijven de
volgende functies actief, zelfs wanneer de gebruiker het
noodbedrijf NIET bevestigt:
- Vorstbescherming kamer
- Drogen van de dekvloer van de vloerverwarming
- Vorstpreventie waterleidingen
De
desinfecteringsfunctie
ingeschakeld wanneer de gebruiker het noodbedrijf via de
gebruikersinterface bevestigt.
INFORMATIE
Als de boiler als extra warmtebron op de tank is
aangesloten (via de bivalente convector of via de
aansluiting van het zelfstandige afvoersysteem) doet de
boiler
en
NIET
de
noodverwarming, ongeacht de capaciteit van de boiler.
Voor boilers met een kleine capaciteit kan dit in
noodsituaties leiden tot capaciteitstekorten.
Als de boiler rechtstreeks is aangesloten op het
ruimteverwarmingscircuit,
noodverwarming.
Aantal zones
Het
systeem
kan
aanvoerwater
2 watertemperatuurzones. Het aantal waterzones moet tijdens het
configureren ingesteld worden.
INFORMATIE
Mengstation. Als uw systeemlayout 2 AWT-zones bevat,
dan moet u een mengstation vóór de primaire AWT-zone
plaatsen.
#
Code
[4.4]
[7‑02]
▪ 0: 1 zone
Slechts
aanvoerwatertemperatuurzone:
a Primaire AWT-zone
Installatiehandleiding
30
wordt
echter
ALLEEN
back-upverwarming
dienst
als
fungeert
hij
NIET
als
leveren
aan
maximum
Beschrijving
één
a
#
Code
[4.4]
[7‑02]
▪ 1: 2 zones
Twee aanvoerwatertemperatuurzones.
De
aanvoerwatertemperatuurzone bestaat
uit de warmteafgevers met grotere
belasting en een mengstation om de
gewenste aanvoerwatertemperatuur te
bereiken. Bij verwarming:
a Secundaire AWT-zone: Hoogste
temperatuur
b Primaire AWT-zone: Laagste
temperatuur
c Mengstation
OPMERKING
Het systeem NIET op de volgende manier configureren,
kan schade aan de warmteafgevers veroorzaken. Als er 2
zones zijn, is het bij verwarming belangrijk dat:
▪ de zone met de laagste watertemperatuur wordt
geconfigureerd als de primaire zone, en
▪ de zone met de hoogste watertemperatuur wordt
geconfigureerd als secundaire zone.
OPMERKING
Als er 2 zones zijn en de afgevertypes onjuist zijn
geconfigureerd, kan er water met een hoge temperatuur
naar een afgever met lage temperatuur (vloerverwarming)
worden gestuurd. Om dit te vermijden doet u het volgende:
▪ Installeer een aquastat-/thermostaatklep om te hoge
temperaturen naar een lage temperatuur-afgever te
voorkomen.
▪ Zorg dat u de afgevertypes voor de primaire zone [2.7]
en voor de secundaire zone [3.7] correct instelt in
overeenstemming met de aangesloten afgever.
OPMERKING
Er kan drukverschil-omloopklep in het systeem worden
geïntegreerd. Denk erom dat deze klep mogelijk niet op de
afbeeldingen wordt getoond.
Met glycol gevuld systeem
Deze instelling biedt de installateur de mogelijkheid om aan te geven
of het systeem gevuld is met glycol of met water. Dit is belangrijk in
het geval er glycol wordt gebruikt om het watercircuit te beschermen
tegen bevriezing. Als deze instelling NIET correct is ingesteld, kan
de vloeistof in de leidingen bevriezen.
#
Code
Met glycol gevuld systeem: Is het
N.v.t.
[E-0D]
systeem gevuld met glycol?
▪ 0: Nee
▪ 1: Ja
Beschrijving
primaire
a
c
b
Beschrijving
ETSH/X(B)12P50E
Daikin Altherma 3 H MT ECH₂O
4P759872-1 – 2024.01