Instellingen
Toestel Instellen
Actuele pomp con g.
Model
HeatMaster
Ingestelde pomp con g.
Vegrendelende temp.
221°F [105°C]
Modbus adres
0=BCST
Flexibele pomp con g.
Pomp instellingen
Pomp minimum PWM
Start toerental
3750rpm
Mix zone limiet temp
45°C
Actuele pomp con g.
Ingestelde pomp con g.
Flexibele pomp con g.
Pomp minimum PWM
Actuele pomp con g.
Ingestelde pomp con g.
Flexibele pomp con g.
Pomp minimum PWM
20
BESCHRIJVING EN GEBRUIK
I
n het menu Pomp instellingen wordt de geschikte pompconfiguratie voor de hydraulische configuratie van de installatie geko-
Pomp instellingen
zen.
Con g15
De Actuele pomp config geeft aan welke pomp configuratie ingesteld is.
Er zijn twee manieren om de pompen te configureren: de Ingestelde pomp configuratie of de Flexibele pomp configuratie.
100%
Raak de touch-keys naar OMHOOG of OMLAAG aan om de opties te overlopen, en vervolgens OK om de instelling te bewa-
ren.
Ingestelde pomp con g.
Pomp instellingen
Con g 2
Con g15
Con g 5
Con g 14
100%
Con g 15
Con g 16
Pomp instellingen
Flexibele pomp con g.
Con g15
Flexibel Relais 1 (CH)
Flexibel Relais 2 (WW)
Flexibel Relais 3 (P3)
100%
Flexibel Relais 4 (STOR)
Flexibel Relais 5 (VLAM)
Flexibel Relais 6 (P4)
Installer's Handbook (Evo) - 660Y3000 • A
In de modus Ingestelde pomp config. (aanbevolen keuze) is het mogelijk te kiezen tussen een aantal
ingestelde pompconfiguraties. Allen die configuratie die van toepassing zijn op het type toestel zullen in
de preset pomp configuratie lijst voorkomen. De configuraties worden in
gespecificeerd. Elke configuratie is uitgewerkt aan de hand van de hydraulische configuratie de elektrische
aansluitingen en de parameters in ACVMax.
Raak de touch-keys naar OMHOOG of OMLAAG aan om tussen de parameters te navigeren, en vervol-
gens OK om de instelling te bewaren.
In het menu Flexibele pomp config. kan de configuratie van de pompen gepersonaliseerd worden in
functie van de hydraulische configuratie. Deze optie mag alleen gekozen worden indien geen van de
ingestelde configuraties een oplossing bieden. In dit menu moet bepaald worden welk relais voor welke
warmtevraag/functie geactiveerd zal worden. De relais worden als volgt onderverdeeld (zie de afbeelding
hieronder voor hun fysieke plaatsing
op de optionele terminals):
Flexibel relais 1 ........CV (int. pomp)
Flexibel relais 2 .......SWW (pomp)
Flexibel relais 3 .......P3 (pomp)
Flexibel relais 4 .......ERR (error)
Flexibel relais 5 .......VLAM (Flame)
Flexibel relais 6 .......P4 (pomp)
Raak de touch-keys naar OMHOOG
of OMLAAG aan om tussen de para-
meters te navigeren, en vervolgens
OK om de instelling te bewaren.
"Diagrammen en Instellingen"
P4
FL
P3
6
7
X100
X100
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16
B
X10
Br
X12
B
W
W
B
V
P14
B
Or
B
.
Flame
DHW
P3
P4
Error
NL