6-4. Reinigingsmodus
Ga als volgt te werk om de reinigingsmodus te activeren. Zie "9-3. MICR-kop" in "9. Onder-
houd" voor meer informatie over het reinigen van de MICR-kop.
(1) Sluit de kap aan de achterzijde en schakel de printer in terwijl u de knop FEED en RE-
LEASE ingedrukt houdt.
(2) Plaats het reinigingsvel in het apparaat. De reiniging begint.
(3) Na afloop van de reiniging wordt de printer gereset.
6-5. Sensoraanpassing
Deze printer is voorzien van de volgende vijf pa-
piersensoren:
• PE (Paper End, papier op)
Detecteert wanneer een rol papier in de printer
wordt geplaatst.
• NE (Near End, papier bijna op)
Detecteert wanneer de papierrol bijna op is.
• BOF (Bottom of Feed, toevoer onder)
Detecteert wanneer een losse bon in de printer
wordt geplaatst.
• COF (Center of Feed, toevoer midden)
Detecteert de toevoerpositie voor het afdrukken
op een losse bon.
• TOF (Top of Feed, toevoer boven)
Detecteert de bovenrand van een losse bon.
Deze sensoren kunnen als volgt worden bijgeregeld.
6-5-1. PE-sensor afstellen
(1) Schakel de printer uit.
(2) Open de kap aan de achterzijde en plaats een rol papier. De printer heeft nu de status "papier
aanwezig".
(3) Draai de schroeven los en verwijder het afdekplaatje van de DIP-schakelaars aan de on-
derzijde van de printer.
(4) Zet de DIP-schakelaars met een balpen of soortgelijk voorwerp in de volgende stand:
DIPSW1-4 OFF, DIPSW1-5 ON, DIPSW1-6 OFF, DIPSW1-7 en DIPSW1-8 ON. Schakel
de printer in.
De lampjes op het bedieningspaneel knipperen en de modus voor het afstellen van de sensor
wordt geactiveerd.
COF-Sensor
BOF-Sensor
– 35 –
NE-Sensor
PE-Sensor
TOF-
Sensor