Algemene informatie
De XL-luchtmotor heeft twee stuurventielen voor het
bedienen van een hoofdluchtwisselventiel met
pakking en plaat. Lucht komt vrij rond de cilinder,
en gaat via geluidsabsorberend materiaal naar achter
onderin de beschermplaat (behalve bij modellen met
een externe uitlaat).
Toepassing
De motoren XL3400 en XL6500 vervangen de
NXT3400 en NXT6500. De XL-motoren hebben
minder onderdelen en een grotere opbrengst, en ze
bieden superieure eigenschappen tegen ijsafzetting.
De bevestiging en de trekstangen van de pomp zijn
hetzelfde als bij de NXT-motoren. De luchtinlaat
verschuift iets naar rechts.
Heen-en-weergaande
signaalschotelventielen
De gebruikte schotelventielen lijken op die van de
Graco Merkur®-motoren en veel luchtaangedreven
motoren met dubbel membraan. De schotelventielen
zijn goed bereikbaar en daardoor gemakkelijk te
vervangen. Ze zitten in thermisch geïsoleerde
behuizingen. Daardoor is gebruik bij koud weer
mogelijk zonder dat de lucht door het aluminium
verdeelstuk loopt. Dit kan soms zo koud worden dat
vocht van de luchtleidingen bevriest zodat de
signalen worden geblokkeerd.
Externe stuurleidingen
De externe stuurleidingen (L) tussen de eindpoorten
van het luchtwisselventiel en de stuurventielen zijn
omhuld met kunststof buis. Daardoor is gebruik bij
koud weer mogelijk zonder dat de lucht door het
aluminium verdeelstuk loopt. Dit kan soms zo koud
worden dat vocht van de luchtleidingen bevriest
zodat de signalen worden geblokkeerd.
Handmatige
activeringsknoppen
Aan elk uiteinde van het luchtventiel zit een
handmatige activeringsknop (F) waarmee het
hoofdwisselventiel fysiek naar de ene of de andere
kant kan worden bewogen. Bedien de motor
handmatig om:
•
het ventiel uit het midden te halen, vanwege ijs
of vuil;
•
een pomp door te spoelen als een stuurventiel
verstopt zit of in de open stand vastzit, of het
signaal weglekt.
Zie De motor handmatig laten werken op pagina 9.
3A5465G
Werking bij lage druk
De motor werkt bij een druk van 27,5–34,4 kPa,
0,27–0,34 bar (4–5 psi), om te voorkomen dat hij
opeens te snel gaat werken bij het spoelen van
de pomp.
Prestaties
Het directionele luchtventiel (A), het verdeelstuk (E) en
de uitlaat zijn extra groot in vergelijking met de
luchtonderdelen van de NXT, om de perslucht na een
volle slag goed uit de cilinder te laten stromen.
Hierdoor komt de vloeistofdruk sneller terug terwijl de
zuiger van de andere kant wordt aangedreven.
Het vrijwel vierkante drukverloop dat zo ontstaat
zorgt voor een kleine wisselpuls, en de volledige
drukopbrengst om meerdere pistolen mee te voeden.
Minimale ijsafzetting
Dankzij de grote afmetingen van de luchtonderdelen,
zoals beschreven onder Algemene informatie, heeft
de normale ijsafzetting op de motor minder effect op
de pompopbrengst.
Het motorontwerp (waarop octrooi is aangevraagd)
maakt ongehinderde en geregelde expansie naar de
uitlaat mogelijk. Daardoor bevriest al het vocht in de
uitlaat voordat het iets kan raken. De ijskristallen
worden met de uitlaatlucht uitgeblazen. De
thermische geïsoleerde schotelventielen blijven
warmer dan in eerdere luchtmotoren, zodat de
motoren ook dicht bij het vriespunt kunnen worden
gebruikt.
Ontluchten
Gebruik bij veel ijsafzettingen het zelfontlastende
luchtventiel met ontdooifunctie (M), want dat laat
warme lucht door ventiel en uitlaat stromen om
ijsafzetting te voorkomen. Dit is vooral nuttig bij warm
weer, toepassingen met veel vocht, en bij lage druk
en een grote cyclussnelheid.
Uitgebreide mogelijkheden
Een XL-motor is combineerbaar met:
™
•
een DataTrak
-cyclustelling;
™
•
DataTrak
-cyclustelling met
Set overtoerenbeveiliging
Algemene informatie
7