Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 2 Meting
2-1-3
Meetprocedures
De meetprocedures worden in het volgende stroomdiagram weergegeven.
Gebruik soortgelijke procedures bij het meten van kwaliteitscontrolemonsters.
Neem contact op met uw plaatselijke distributeur voor meer informatie over kwaliteitscontrolemonsters.
Om de meting
voort te zetten
D-02
2-4
Inbedrijfstelling van het instrument
Zet de hoofdschakelaar op de bedieningseenheid in de stand ON en druk op de knop
Statusweergavescherm
Controles vóór de meting
Zo nodig voor de meting uitvoeren.
Voer het metingsnummer en de monster-ID in.
Stel het monstertype en het patiënttype in.
Controleer of er printerpapier in de printer zit.
Controleer of de datum en de tijd juist zijn.
Lees de informatie over het reagens.
Druk op de knop
Voorbereidingen voor metingen
Verwijder het rek voor pipetpunten en plaats de pipetpunten in de puntopening.
1
2
Plaats een cuvet in de opening voor de monsters en plaats een
referentieoplossing in de opening voor de referentieoplossing.
3
Bevestig het rek voor pipetpunten.
4
Plaats een enkelvoudige/meervoudige reagensstrip op de reagensplaat.
5
Plaats een elektrolytplaat op de plaathouder.
Druk op de knop
Controleer de meetresultaten
1
De meetresultaten worden op het scherm weergegeven.
2
De meetresultaten worden afgedrukt.
Einde van de meting
Verwijder de afvalbak en gooi de gebruikte pipetpunten en elektrolytplaten weg.
1
Maak de afvalbak vast.
2
Verwijder het rek voor pipetpunten en gooi de gebruikte cuvet en de referentieoplossing weg.
3
Bevestig het rek voor pipetpunten.
4
Gooi het gebruikte reagens weg.
5
Druk op de knop
Statusweergavescherm
Dagelijkse reiniging
.
Meting starten
.
.
Onderhoud
.
Om de meting
te beëindigen
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
