Schachtmontage
Ruimteplafond
ca. 245
Beschermfolies verwijderen. De uit grondschacht (3)
en telescoopschacht (2) bestaande schacht op de
volgende wijze samenvoegen:
Bij recirculatie functie: De telescoopschacht (2)
zodanig aanbrengen dat de luchtuitlaatgleuven zich
boven bevinden.
(Afb. 16).
Bij afvoerluchtbedrijf: De telescoopschacht (2) met
de luchtuitlaatgleuven naar beneden aanbrengen. De
luchtuitlaatgleuven zijn dan bedekt.
De montageplaat (9) (Afb. 15) met twee schroeven
4x45 mm (12) en twee plugs 8 mm (13) aan de wand
Afb. 15
bevestigen.
De grondschacht (3) met ingeschoven telescoopscha-
cht (2) boven de montagekraag van het motorblok op
het Kapbehuizing (4) aanbrengen (Afb. 17).
Nu de telescoopschacht (2) tot aan het plafond van de
ruimte omhoog trekken en op de montageplaat (9) met
2 schroeven 3,9x9,5 mm (14) bevestigen (Afb. 16).
Afb. 16
Afb. 17 (Soortgelijke afbeelding, principeschets)
Ingebruikname
Na de volledige montage van de kap:
• Alle kartonnen delen uit de kap verwijderen en alle
beschermfolies aftrekken.
• Een functietest uitvoeren (zie hoofdstuk "Bediening
van de kap").
• Deze bedieningsaanwijzing aan de klant overhan-
digen.
Afb. 18
16
Afvoerluchtbuis
Opmerking: De afdekkingen van
de randafzuiging moet in het ge-
bruik geopend worden (Afb. 18).
NL