Inhoudsopgave
Advertenties
Het bijbehorende
richtingaanwijzercontrolelampje verschijnt
op het touchscreen bij inschakelen van
een richtingaanwijzer. U hoort ook een
klikgeluid wanneer de richtingaanwijzer in
werking is.
Van rijstrook veranderen
Houd de hendel kort omhoog of omlaag
tegen de veerdruk in en laat hem los om
een verandering van rijstrook aan te geven.
De richtingaanwijzers knipperen drie keer
om een verandering van rijstrook aan te
geven.
Waarschuwingslichten
NOTE: De waarschuwingslichten
kunnen ook worden ingeschakeld
als er geen afstandsbediening in
het voertuig aanwezig is.
Druk op de schakelaar op de
dakconsole om de waarschuwingslichten
in te schakelen. Alle richtingaanwijzers
knipperen samen met de richtingaanwijzers
op het middelste cockpitpaneel.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
waarschuwingslichten uit te schakelen.
NOTE: Gebruik de
waarschuwingslichten alleen in
geval van nood om andere
weggebruikers te waarschuwen
voor een defect of een potentieel
gevaar. Vergeet niet om deze uit te
schakelen wanneer de gevaarlijke
situatie is opgelost.
Rijden en bedienen
Na een aanrijding
Als u betrokken bent bij een
aanrijding waardoor de airbags worden
geactiveerd, gaan de waarschuwingslichten
automatisch branden.
90
Advertenties
Inhoudsopgave
