Energiebesparende tips:
- pak het apparaat niet te vol;
- sluit het deksel direct, vooral bij warm en vochtig weer;
- verpakte producten droog
- let op dat de invriesschakelaar niet aan is als u geen
producten invriest, gele lampje (fig.2:B) moet uit zijn.
Storingen en mogelijke oorzaken
Reparaties aan onze apparaten mogen alléén worden
uitgevoerd door onze eigen monteurs. Reparaties door
derden of uzelf kunnen leiden tot het opheffen van de
lopende garantietermijn. Een aantal mogelijke storings-
oorzaken kunt u echter zonder probleem zelf verhelpen.
Als er een dergelijke storing optreedt, ga dan eerst even
de volgende punten na voor u de Service Dienst belt:
Ongewone geluiden:
- het apparaat is niet juist opgesteld;
- het apparaat staat niet waterpas;
- een onderdeel van de achterwand (condensor) raakt bijv.
een muur of wand.
De vriescapaciteit wordt minder:
- het deksel is te vaak geopend;
- de instelling van de thermostaat is niet juist;
- te grote hoeveelheden producten opgeslagen;
- te grote hoeveelheid ingevroren;
- te veel ijs/rijp in het apparaat;
- de omgevingstemperatuur is te laag.
Pagina 13
in de vriezer zetten.
(condensvrij)
Te hoge temperatuur:
- het deksel is te vaak geopend;
- de thermostaatinstelling is niet juist.
Het apparaat doet niets:
- de stekker zit niet of niet goed in het stopcontact;
- een zekering in de meterkast is defect of zit los.
Het groene controlelampje brandt niet:
- de stekker zit niet of niet goed in het stopcontact;
- de thermostaat staat nog op de 0-stand.
Is geen van de genoemde zaken de mogelijke oorzaak van de
storing, neem dan contact op met onze Technische Dienst.
Pagina 14