Een Digitaal Verbonden Pad (DIGITAL)
De eerste keer dat je een pad aansluit die een digitale
verbinding met een DIGITAL TRIGGER IN-poort ondersteunt,
volg je de schermen die verschijnen en specificeer je de
trigger-ingang waaraan de aangesloten pad is toegewezen.
(p. 11).
Hier kun je instellingen maken om de toegewezen
bestemming te wijzigen.
* Als de pads die via de speciale kabel of de TRIGGER IN-
jack zijn aangesloten op dezelfde trigger-ingang worden
toegewezen, zullen de pads die zijn aangesloten op
de TRIGGER INPUT- en de TRIGGER IN-jack geen geluid
produceren.
* Wanneer je een fabrieksreset uitvoert, worden de
verbindingsgeschiedenis en instellingen van digitaal
aangesloten pads geïnitialiseerd.
1
Druk op de [SYSTEM]-knop.
Het SYSTEM-scherm verschijnt.
2
Gebruik de cursorknoppen en kies "TRIGGER",
en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Het TRIGGER MENU-scherm verschijnt.
3
Gebruik de cursorknoppen en kies "DIGITAL",
en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Het DIGITAL TRIGGER IN-scherm verschijnt.
Connected pad
4
Gebruik de cursorknoppen om de pad die je
wilt opgeven, te selecteren en gebruik het wiel
om de toewijzing te specificeren.
Je kunt ook een pad selecteren door die aan te slaan.
Als je de pad niet aan een trigger-ingang wilt toewijzen,
kies dan "N/A. "
* Je kunt dezelfde toewijzing niet meerdere keren opgeven.
De Pad Gevoeligheid Opgeven (PARAM)
Omdat de volgende instellingen automatisch op de juiste
waarden voor elke pad worden ingesteld wanneer je het
trigger type (p. 52) opgeeft, is het normaal niet nodig om ze
aan te passen.
Je kunt deze instellingen bewerken als je fijnere
aanpassingen wilt maken, of als je een akoestische drum
trigger wilt gebruiken.
1
Druk op de [SYSTEM]-knop.
Het SYSTEM-scherm verschijnt.
Toewijzing
Diverse Instellingen Maken (SYSTEM)
2
Gebruik de cursorknoppen en kies "TRIGGER",
en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Het TRIGGER MENU-scherm verschijnt.
3
Gebruik de cursorknoppen en kies "PARAM",
en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Het TRIGGER PARAM-scherm verschijnt.
Velocity meter (Geeft de kracht aan -
velocity - van de slag).
Display
Omschrijving
K
KICK
S
SNARE
T
TOM 1–3
H
HI-HAT
4
Sla de pad aan die je wilt bewerken.
5
Gebruik de cursortoetsen om een parameter
te selecteren, en gebruik het wiel om de
waarde aan te passen.
Parameter Waarde
Omschrijving
Past de balans aan (sensitivity) tussen de
slagkracht van de pad en het volume.
Een hogere waarde, verhoogt de
gevoeligheid, zodat zelfs zachte slagen
Sensitivity 1.0–32.0
op de pad aan een hoog volume klinken.
Een kleinere waarde, verkleint de
gevoeligheid, zodat zelfs sterke slagen
op de pad aan een laag volume klinken.
Stelt de balans in tussen de slagkracht
van het aanslaan op de rim of de rand
en de luidheid van het geluid.
Bij een hogere waarde weerklinken
zelfs zachte slagen op de rim aan een
Rim Gain
0-3.2
hoog volume. Bij een kleinere waarde
weerklinken zelfs sterke slagen op de
rim aan een laag volume.
Dit is beschikbaar bij pads die rim
shots ondersteunen.
MEMO
5 Voor details over andere parameters raadpleegt je de
"Data List" (PDF).
5 Om terug te keren naar de standaardwaarden, druk je
op de [F5] (DEFAULT)-knop.
Trigger parameters (met uitzondering van bepaalde
parameters zoals cross-stick cancel) worden op de
optimale waarden ingesteld.
5 De aanslaggevoeligheid (velocity) wordt weergegeven
met een maximum van 127 voor pads die zijn
aangesloten op een TRIGGER IN-aansluiting, of met een
maximum van 127+32 (wanneer MIDI CONTROL HI-Reso
Velocity is ingesteld op "ON") voor pads die HI-Reso
Velocity ondersteunen en digitaal zijn aangesloten op
een DIGITAL TRIGGER-poort.
Display
Omschrijving
C
CRASH 1, 2
R
RIDE
A
AUX 1–3
53
53