Inhoudsopgave
Advertenties
Diverse Instellingen Maken (SYSTEM)
Trigger Settings (TRIGGER)
Hier lees je hoe je triggerinstellingen kunt maken zodat de signalen
van de pads nauwkeurig kunnen worden verwerkt door de TD-27.
Je moet deze instellingen maken wanneer je een
drumklankmodule koopt, of als je pads aan je drumstel
toevoegt of andere pads aansluit dan die welke bij je
drumset zijn geleverd.
Het Pad Type Opgeven
Je kunt het type pad (triggertype) opgeven dat wordt
gebruikt door elke triggeringang van de triggerbank.
Trigger type
Het triggertype is een verzameling van verschillende
triggerparameters die zijn aangepast naar waarden die
geschikt zijn voor elke pad.
Om de optimale instellingen te verkrijgen voor de pad die
wordt gebruikt bij elke triggeringang, geef je het model op
van de pad (bv KD-10 of PDX-100) die is aangesloten.
Trigger bank
Een triggerbank bevat een volledige set met instellingen
voor 12 triggers. Je kunt een model van een drumstel (bv
TD-27KV2 of VAD507), of een trigger bank specificeren die je
individueel hebt bewerkt. Je kunt acht trigger banks creëren.
1
Druk op de [SYSTEM]-knop.
Het SYSTEM-scherm verschijnt.
2
Gebruik de cursorknoppen en kies "TRIGGER",
en druk vervolgens op de [ENTER] knop.
Het TRIGGER MENU-scherm verschijnt.
3
Gebruik de cursorknoppen en kies "BANK", en
druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
Het TRIGGER BANK-scherm verschijnt.
Triggerbanknummer
Triggertype
4
Verplaats de cursor naar het triggerbanknummer,
en gebruik het wiel om een bank te selecteren.
52
52
5
Om de pad te selecteren waarvoor de
instellingen moeten worden uitgevoerd, raak
je die pad aan of gebruik je de cursortoetsen.
Display
Omschrijving
K
KICK
S
SNARE
T1–T3
TOM 1–3
HH
HI-HAT
6
Gebruik het wiel om het triggertype op te
geven.
* Je kunt het triggertype niet wijzigen van een
triggeringang die is toegewezen aan een pad die digitale
verbinding ondersteunt.
MEMO
Wanneer je het triggertype specificeert, worden de
trigger parameters (met uitzondering van bepaalde
parameters zoals cross-stick cancel) op optimale
waarden ingesteld. Deze waarden zijn slechts algemene
richtlijnen; je kunt de pad zo nodig fijn afstellen,
afhankelijk van de manier waarop je de pad bevestigt en
hoe je die gebruikt.
Referentie
Voor meer informatie over de parameters die kunnen
worden bewerkt raadpleeg je de "Data List" (PDF).
De Hi-Hat Settings Aanpassen (HI-HAT)
Als je een hi-hat gebruikt, pas dan de offset aan op de
TD-27.
Dat is noodzakelijk voor een correcte detectie van open/
close en pedaalbewegingen.
Referentie
5 Voor meer details over hoe je de offset kunt aanpassen,
zie "Hi-hat-instellingen Creëren" (p. 13).
5 Voer zo nodig gedetailleerde aanpassingen aan de
parameters uit. Voor meer details raadpleeg je de "Data
List" (PDF).
Display
Omschrijving
C1–C2
CRASH 1, 2
R
RIDE
A1–A3
AUX 1–3
Advertenties
Inhoudsopgave
