Aansluitschema
De nummers komen overeen met de klemnummers op de frequentieregelaar
3-fasevermo-
gensingang
DC-bus
Mechanische
rem *1]
+10 V DC
0/-10 V DC -
+10 V DC
0/4-20 mA
0/-10 V DC -
+10 V DC
0/4-20 mA
A = analoog, D = digitaal
1] Optioneel, alleen beschikbaar voor FCD 302
2] Meer informatie over deze functie vindt
u in de Safe Torque Off Bedieningshandleiding
voor Danfoss VLT® frequentieregelaars
3] Relais 2 met klem 04, 05, 06 en D IN/UIT met
klem 29 hebben geen functie in de FC 301
4] Sluit de kabelafscherming niet aan
50
Danfoss Drives · DKDD.PB.302.B5.10 | Inhoud |
91 (L1)
92 (L2)
93 (L3)
95
PE
88
89 (+)
10 V DC
122 (MBR+)
123 (MBR-)
50 (+10 V UIT)
+
S201
53 (A IN)
AAN = 0/4-20 mA
S202
UIT = 0/-10 V DC -
+10 V DC
54 (A IN)
55 (COM A IN)
12 (+24 V UIT)
13 (+24 V UIT)
P 5-00
18 (D IN)
19 (D IN)
20 (COM D IN)
27
(D IN/UIT)
24 V
0 V
*3]
29
(D IN/UIT)
24 V
0 V
32 (D IN)
33 (D IN)
*2]
37 STO (Safe Torque O )
De voeding wordt aangesloten op
de klemmen 91 (L1), 92 (L2) en 93 (L3),
en de motor wordt aangesloten
op 96 (U), 97 (V) en 98 (W).
Klem 88 en 89 kunnen worden
gebruikt voor loadsharing tussen
frequentieregelaars. Analoge signalen
kunnen worden aangesloten op klem 53
en/of klem 54. Beide ingangen kunnen
worden geconfigureerd als referentie-,
terugkoppelings- of thermistoringang.
Schakelmodus
Voeding
24 V DC
15 mA
FC 301: 130 mA
FC 302: 200 mA
FCD 302: 600 mA
-
+
-
24 V (NPN)
0 V (PNP)
24 V (NPN)
0 V (PNP)
24 V (NPN)
S801
0 V (PNP)
AAN = afgesloten
UIT = open
5V
24 V (NPN)
0 V (PNP)
S801
RS485
Interface
24 V (NPN)
0 V (PNP)
24 V (NPN)
0 V (PNP)
(U) 96
(V) 97
(W) 98
(PE) 99
(R+) 82
Remweerstand
(R-) 81
relais 1
03
240 V AC, 2 A
02
01
*3] relais 2
06
240 V AC, 2 A
05
400 V AC, 2 A
04
(COM A UIT) 39
Analoge uitgang
0/4-20 mA
(A UIT) 42
0 V
RS485
(N RS485) 69
(P RS485) 68
*4]
(COM RS485) 61
Er kunnen 6 digitale ingangen worden
aangesloten op klem 18, 19, 27, 29,
32 en 33. Twee digitale ingangs-/
uitgangsklemmen (27 en 29) kunnen
worden ingesteld als digitale uitgangen,
om de actuele status weer te geven, of
als pulsreferentiesignaal worden gebruikt.
De analoge uitgangsklem 42 kan
proceswaarden zoals 0 - Imax weergeven.
De RS485-interface met de klemmen
68 en 69 kan worden gebruikt om
de frequentieregelaar te regelen en
te bewaken via seriële communicatie.
Motor
: Chassis
: Aarde