Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Positionering; Synchronisatie - Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Series Gebruikersgids

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Positionering

In de positioneringsmodus regelt de
regelaar de beweging over een specifieke
afstand (relatieve positionering) of tot een
specifiek doel (absolute positionering).
De frequentieregelaar berekent het
bewegingsprofiel aan de hand van
de doelpositie, snelheidsreferentie
en rampinstellingen (zie de voorbeelden
in Fig. 1 en Fig. 2).
Er zijn 3 positioneringstypen die
verschillende referentiewaarden
gebruiken voor het bepalen
van de doelpositie:
Absolute positionering
Doelpositie is ten opzichte van het
ingestelde nulpunt van de machine.
Relatieve positionering
Doelpositie is ten opzichte van
de actuele positie van de machine.
Positionering op basis
van een naderingssensor
Doelpositie is relatief ten opzichte
van een signaal via een digitale
ingang.
Deze afbeelding (Fig. 3) toont
de verschillende doelen met een
ingestelde doelpositie (referentie)
van 1000 en een startpositie van
2000 voor elk positioneringstype.

Synchronisatie

In de synchronisatiemodus volgt
de frequentieregelaar de positie
van een master, waarbij meerdere
regelaars door dezelfde master
kunnen worden aangestuurd.
Het mastersignaal kan een extern signaal
zijn, bijvoorbeeld van een encoder,
een virtueel mastersignaal vanaf een
frequentieregelaar, of masterposities die
via een veldbus worden doorgegeven.
Tandwielverhouding en positieoffset
kunnen via parameters worden gewijzigd.
Zie de IMC
programmeerhandleiding
Positie
Toerental
Fig. 1. Bewegingsprofiel met lineaire ramps
Absoluut
0
Bij absolute positionering gaat de frequentieregelaar vanuit de uitgangspositie
van 2000 achteruit naar de absolute positie van 1000 ten opzichte van 0.
Relatief
0
Bij relatieve positionering gaat de frequentieregelaar een afstand van 1000
voorwaarts vanuit de uitgangspositie van 2000 om te eindigen in positie 3000.
Naderings-
sensor
0
Bij positionering op basis van een naderingssensor (touch probe) gaat
de frequentieregelaar vanuit de uitgangspositie van 2000 voorwaarts;
na detectie van de naderingssensor gaat hij een afstand van 1000 voorwaarts
vanuit de positie van de sensor.
Fig. 3. IMC ondersteunt 3 positioneringsmodi
Homing (Terugkeer
naar startpositie)
Met een sensorloze regeling en een
terugkoppelingsregeling met een
incrementele encoder moet door
terugkeer naar de startpositie (homing)
een referentie worden gecreëerd voor
de fysieke positie van de machine bij
inschakeling. Er kan worden gekozen
Toerental
Fig. 2. Bewegingsprofiel met S-ramps
1000
2000
1000
2000
1000
2000
Naderingssensor
uit diverse homing/startpositiefuncties
met of zonder sensor. De functie
Synchronisatie startpositie kan worden
gebruikt om de startpositie tijdens
bedrijf voortdurend aan te passen
als er sprake is van slip in het systeem.
Bijvoorbeeld bij een sensorloze
regeling met een inductiemotor of
bij slip in de mechanische transmissie.
| Inhoud | Danfoss Drives · DKDD.PB.302.B5.10
Positie
3000
4000
3000
4000
3000
4000
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt decentral drive fcd 302

Inhoudsopgave