Advertenties
4-
GM
7628^01
Na
versterking door
de
2-traps
L.F,
versterker (buizen B
2
en
B4)>
wordt
hat slgnaal
via
de
luideprekertraneferraator
T2 aan
de
luidspreker
LS1
en tevens aan hat rooster van de indikatie-
buis B^ gevoerd,
2*
H>r,
Slgnaal
(fig.
3)
SK1
in
SSn van de etanden "xl" t/m
^^x150'*.
SK2 en SK5 in de
stand
SK3 in
stand
'*R^^
SK4 in stand "-Ind/*
Het
te
meten
H^F,
signaal wordt nu eerst door
de
diode B
1
gede-
tekteerd en van wisselspanningskompononten ontdaan door
het
filter
E1/C2, De
schakeling
is
verder gelijk
aan die
onder^M*'
beFiprokepi,
met
uitzondering van
do R,F.
verzwakker, Voor kleine
signalen tussen
Bu3 en
Bu4 verloopt
de
detektie door
B1
kwadra-
tisch (onderste knik van
de
karakteristiek)
,
voor
de
grctere
signalen lineair. Daarom
is
er voor
de
kleine ingangssignalen
(d©
standen
t/m
'*x
25'0
tweede vorzwakker aanwezig, ter
korreotie
van
de L.F*
vsrzwakker, Deze
H,F.
verzwakker schakelt
C15 in eerie met R13 reap, R12,
R
11
of R10 parallel aan C11/R21,
ter verzwakking van het signaal op
het
rooster van
de
vexsterker-
buis
B
4
,
In de standen
^'x25'>
t/ra »'x150'*
blijft R10
in
serie
met
C
15
parallel aan C11/R21
staan,
daar het signaal tussen Bu3
en
Bu4
dan
20
groot
is^
dat de diode
B1
in het
rechte
deel
van
de
karakteristiek
werkt, Daar
de
luidsprekersohakelaar
SK3
nu in
stand
staat, is
de
luidspreker
LS1
uitgeechakeld
en
ver-
vangen
door de
weerstand
R29# De
indikatiebuie B5
is
norraaal
aangesloten*
3.
Qscillatorspannin^
(fig« 4
)
De
schakelaar
SK1
van
de
H®F,
verzwakker
en de
sohakelaar SK5
van
de
meetkop staan in stand
"oscillator'' en SK 4
In
'*-Ind/'.
De
te
meten oscillatorspanning wordt aangesloten tussen
Bu3
(de
meetpen)
en
Bu4
(de
aardschroef van
de
meetkop),
Deze spanning wordt door
de
diode
B1
gedetekteerd
en de
daardoor
ontetane pulserende gelijkspannlng
wordt door het filter^
EI/C
2
/C
12 en R 26 /CI
9
ontdaan van wisselspanningscomponenten,
De 20
ontstane geli jkepanning wordt afgenomen van
de
spannings-
deler R3S-R27
6
n
gelegd
aan het
rooster van
de
indikatiebuis B
5
*
De grootte van de ultslag
van
de
indikatiebuis
is
een maat
voor
de H.F,
-spanning tussen
Bu3 en
Bu
4
.
4.
A>V>C. spanning
(fig,
5
)
De schakelaars
SK1
en SK
5
staan nu in
de
stand
en
SK 4 in
*^-Ind."*
De te
meten regelspanning wordt weer aange-
sloten aan
de kleminen Bu3 en Bu4#
Daar
de
regelspanning
©en
geliikgerichte wissel spanning
is^
is
de
diode
B1
nu overbodig
en
wordt deze door
de
sohakelaar
SK5
ui
tgeschakeld*
De
rest
van de schakeling
is
gelijk aan
die onder
^^
3
"
beschreven.
5*
Het meten van
de
lek van een (kopt>el)kondensator
(fig*
6
)
D© schakelaars
SK1
en SK5
staan
in d©
stand
"AVC^'
en SK 4 in de
stand 'Wind.", De
to
meten spanning worcH aangesloten aan Bu
3
en Bu4,
Doordat
d©
kathode van
d©
indikatiobuis nu verbonden
is
met
de
kathode van
de 2e L.F,
versterkerbuis,
is
het
mogelijk
positive geli jkspanningen zoals bijv.
de
lek van een
koppel-
kondensator
to
meten. Ho©
groter
de
schaduwwerklng
op het
soherm
van
de
indikatiebuis
ia^
hoe
groter
do lek
van
de
kondensator.
Advertenties
