Gebruikershandleiding V1.5-2023-01-30
Nr.
Onderdelen
4
Stroomnet-uit-
modus
5
Storingsmodus
3.4 Kenmerken
Vermogensreductie
Voor een veilige werking zal de omvormer automatisch het uitgangsvermogen beperken
wanneer de bedrijfsomgeving niet ideaal is.
De volgende factoren kunnen optreden tijdens vermogensreductie. Probeer deze te vermijden
als de omvormer in werking is.
• Ongunstige omgevingsomstandigheden, bijv. direct zonlicht, hoge temperaturen, enz.
• Het uitgangsvermogen van de omvormer is ingesteld op een bepaald percentage.
• Vermogensreductie vanwege te hoge frequentie.
• Hogere ingangsspanningswaarde.
• Hogere ingangsstroomsterkte.
Alarm bij aardingsfout
Voor aardingsfoutalarm gereserveerde poort
Zodra er een aardingsfout optreedt, gaat het LED-lampje branden. En het systeem zal de
foutinformatie naar de klant e-mailen. Installeer de omvormer in een gebied met veel verkeer
waar de lampjes zouden worden opgemerkt.
Als het net is uitgeschakeld, schakelt de omvormer over naar de
stroomnet-uit-modus en blijft deze elektriciteit leveren naar de
belasting via de BACK-UP-poort.
• Als er een storing wordt gedetecteerd, schakelt de omvormer
over op de storingsmodus.
• Als de omstandigheden niet voldoen aan de vereisten voor
aansluiting op het net en de stroomnet-uit-uitgangsfunctie niet
is ingeschakeld, schakelt de omvormer over op de wachtmodus.
• Als de omstandigheden voldoen aan de vereisten voor
aansluiting op het net en de stroomnet-uit-uitgangsfunctie
is ingeschakeld, schakelt de omvormer over op de
zelfcontrolemodus.
Als er een storing wordt gedetecteerd, schakelt de omvormer
over op de storingsmodus. Als de storing is opgelost, schakelt de
omvormer over op de wachtmodus.
13
03 Productintroductie
Beschrijving