SOUL/ACCESS DEURPANEEL
Vervolg van vorige pagina.
SOUL/ACCESS DEURPANEEL INSTELLINGEN
Deurpaneel functie instellingen
Functie 11, Bevestigingstonen van het deurpaneel: De volgende programmering maakt het mogelijk om de
bevestigingstonen te activeren / deactiveren als de oproep wordt gedaan, bij deur open of kanaal bezet op het deurpaneel
(parameters: 0: geactiveerd "standaard"/
Master code
1
2
3
4
Functi 12,
e
activeren toegangscode voor deuropener relais De volgende programmering maakt het mogelijk
om tot 20 verschillende toegangscodes in te voeren om de deuropeneruitgang te activeren met de geactiveerde
toegangscode (met een codelengte tussen 4 en 12 cijfers) in te voeren met behulp van het toetsenbord op het
deurpaneel en te bevestigen met de toets
"configuratiecodes" (van 16 tot 35), één "configuratiecode" voor elk van de 20 mogelijke toegangscodes en voert u in
het veld "Parameter" een code in met een lengte tussen 4 en 12 cijfers.
Master code
1
2
3
4
Func
tie
13,
activeren toegangscode voor extra relais uitgang: De volgende programmering maakt het mogelijk om
tot 20 verschillende toegangscodes in te schakelen om de extra relaisuitgang te activeren door de geactiveerde
toegangscode (met een codelengte tussen 4 en 12 cijfers) in te voeren met behulp van het toetsenbord op het
deurpaneel en te bevestigen met de toets
"configuratiecodes" (van 36 tot 55), één "configuratiecode" voor elk van de 20 mogelijke toegangscodes en voert u in
het veld "Parameter" een code in met een lengte tussen 4 en 12 cijfers.
Master code
1
2
3
4
Functi 14,
e
activeren bezoekers toegangscode voor deuropener relais: De volgende programmering maakt het
mogelijk om tot 4 verschillende "bezoekers"-toegangscodes in te schakelen om de deuropener-uitgang te activeren
door de geactiveerde toegangscode (met een codelengte tussen 4 en 12 cijfers) in te voeren met behulp van het
toetsenbord op het deurpaneel en te bevestigen met de toets
deze na 60 seconden uitgeschakeld. Om een toegangscode of codes mogelijk te maken, zijn er 4 "configuratiecodes"
(van 56 tot 59), één "configuratiecode" voor elk van de 4 mogelijke toegangscodes en voert u in het veld "Parameter"
een code in met een lengte tussen 4 en 12 cijfers.
Master code
1
2
3
4
Functi 15,
e
activeren toegangscodes voor extra relais uitgang: De volgende programmering maakt het mogelijk om
tot 4 verschillende toegangscodes in te schakelen om de extrarelais uitgang te activeren door de geactiveerde
toegangscode (met een codelengte tussen 4 en 12 cijfers) in te voeren met behulp van het toetsenbord op het
deurpaneel en te bevestigen met de toets
uitgeschakeld. Om een toegangscode of codes mogelijk te maken, zijn er 4 "configuratiecodes" (van 60 tot 63), één
"configuratiecode" voor elk van de 4 mogelijke toegangscodes en voert u in het veld "Parameter" een code in met een
lengte tussen 4 en 12 cijfers.
Master code
1
2
3
4
1: gedeactiveerd).
Instellingencode
P. toets
2
2
+
+
Instellingencode
P. toets
2
2
+
+
Instellingencode
P. toets
2
2
+
+
"
"
Instellingencode
P. toets
2
2
+
+
.Opmerking: als de code eenmaal is gebruikt, wordt deze na 60 seconden
Instellingencode
P. toets
2
2
+
+
P. toets
1
5
:
.Om een toegangscode of codes mogelijk te maken, zijn er 20
P. toets
1
6
.Om een toegangscode of codes mogelijk te maken, zijn er 20
P. toets
3
6
.Opmerking: als de code eenmaal is gebruikt, wordt
P. toets
5
6
P. toets
6
0
Parameter
P. toets
2
2
0
1
+
+
of
Parameter
P. toets
...
2
2
2 2
2
+
+
Code (4 to 12
t
cijfers
)
Parameter
P. toets
...
3 3
3
Code (4 to 12
t
cijfers
)
Parameter
P. toets
...
2
2
+
+
4 4
4
Code (4 to 12
t
cijfers
)
Parameter
P. toets
...
2
2
+
+
5 5
5
Code (4 to 12
t
cijfers
)
9
1
+
+
1
+
+
1
+
+
1
+
+
1
+
+