3. Draai de vier schroeven los waarmee het koelelement is bevestigd op de
Figuur 8. Het koelelement verwijderen (bevestigd met schroeven)
4. Haal het defecte koelelement van de systeemplaat.
5. Plaats het nieuwe koelelement zodanig op de bevestigingsmodule dat de vier
Figuur 9. Het koelelement met schroeven vervangen
bevestigingsmodule op de systeemplaat.
schroeven op één lijn liggen met de aansluitpunten op de systeemplaat. Draai
de vier schroeven vast om het koelelement te bevestigen op de systeemplaat.
Hoofdstuk 3. Opties installeren en hardware vervangen
15