klinkt er een alarmsignaal (indien ingeschakeld, zie
Metingen die met een waarschuwing voor een lage batterijstand zijn genomen worden in
het logboek gemarkeerd en er verschijnt een waarschuwingspictogram. Als de batterij te
laag wordt kunnen de metingen niet worden genomen en er verschijnt een foutpictogram.
AFDRUKKEN
Druk op de knop
printeroptie)
Gebruiker selecteren (initialen van gebruiker)
Als er een gebruikerspictogram
gel van het meetscherm, drukt u op de
het gebruikerspictogram te markeren. Druk op de
lecteren van een gebruiker te gaan. Raadpleeg voor meer informatie
lecteren
pag.
pag. 35pag. 35pag. 3520
,
Reeksnaam selecteren
Als er een gebruikerspictogram
gel van het meetscherm, drukt u op de
OK
ren.
Druk op de
-toests
gaan. Selecteer met behulp van
OK
deze met
. U kunt ook een nieuwe naam invoeren of bewerken met ENTER/EDIT.
Indien het
pictogram niet wordt getoond of wanneer verdere informatie wordt beno-
pag. 28
digd, zie Serie-id,
Kalibreren
Het instrument wordt geleverd met een kalibreerunit die als referentie kan worden ge-
bruikt. Deze referentie-kalibreerunit is in de fabriek gekalibreerd en is traceerbaar naar
PTB (Physicalisch-Technische Bundesanstalt, en NIST. (National Institute of Standards
and Technology, USA).
Kalibratieprocedure
Zorg ervoor dat de kalibreerunit schoon is voordat u gaat kalibreren.
Bij het kalibreren doorloopt u de volgende stappen:
• Vóór het monteren van de kalibreerunit controleert u de op de kalibreerunit gestem-
pelde RL- en Qd-waarden.
• Plaats de kalibreerunit onder het instrument. Zorg ervoor dat de pennen op de inter-
face-plaat in de gaten van de kalibreerunit passen. Wees bij het plaatsen van het in-
strument op de kalibreerplaat erg voorzichtig, zodat u de kalibreerunit en/of de lich-
tdiodes niet beschadigt.
• Druk één keer op de
één tegelijk te kalibreren.
• Pas de kalibratiewaarde aan de op het display weergegeven waarde aan, zodat deze
overeenkomt met de waarde, die op de kalibratie-unit is aangebracht. Zie de sectie
Kalibrering voor details.
• Druk op de knop OK om de kalibratie af te ronden. Als er een fout optreedt, zorg e
dan voor dat de voorafgaande stappen zijn genomen en probeer het opnieuw.
10
om de laatste meetgegevens af te drukken
wordt weergegeven in de bovenste pictogrammenre-
OMHOOG
wordt weergegeven op de bovenste pictogrammenre-
OMHOOG
om naar het menu voor het selecteren van een reeksnaam te
OMHOOG
OMLAAG
of
KALIBRATIE
-knop
LTL-XL Retroreflectometer
Geluidsinstellingen,
pag. 23
-knop ▲ en indien nodig op ◄ of ► om
OK
-knop om naar het menu voor het se-
Een gebruikersnaam se-
-knop ▲ om het wegpictogram te marke-
een naam uit de lijst en bevestig
. Selecteer RL- of Qd-kalibratie om er
).
. (Vereist de
DELTA