6. Storingen
Storing
Pomp zuigt niet
aan.
Druk op de
manometer
onregelmatig.
Druk is niet te
regelen.
Waterdruk valt weg. • Oliestand te laag.
Pomp klopt (tikt).
Hydrauliek werkt
niet.
Haspel rolt niet af.
Haspel rolt niet op.
Olie wordt te heet.
Drainreiniger
Oorzaak
• Filter verstopt of zuigslang en/of
koppelingen lekken.
• Pomp krijgt niet voldoende
water.
• Druk in de pompwindketel te
laag.
• Vuil tussen kleppen.
• Klep en zitting in de
drukregelaar versleten.
• Gietbraam in het drukregelhuis.
• Klepveer stuk.
• Aanzuigfilter verstopt
• Regelbare smoring staat
volledig open.
• Vuil in terugslagsmoring op de
haspel-hydromotor.
• Vuil in terugslagsmoring op de
aandrijfrol-hydromotor.
• Gat in het terugslagsmoring op
de aandrijfrol-hydromotor te
klein of vervuilt.
Instructies
•
Filter reinigen.
•
Lekkage verhelpen.
•
Zorg dat slootfilter onder
water is.
•
Windketel oppompen 3,5
bar.
•
Reinigen.
•
Vervangen.
•
Uitvijlen.
•
Olie bijvullen.
•
Kleppen vernieuwen.
•
Filter reinigen.
•
Smoring enkele slagen
dicht draaien (rechtsom).
•
Reinigen.
•
Reinigen.
•
Reinigen of het gat (Ø1,3
mm) een paar tiende
millimeter opboren.
13