Rijden met de scooter
Veiligheidscontrole vóór gebruik
Wanneer met uw eFOLDi gaat rijden, kies dan een route met goede
wegcondities. De eFOLDi is ontworpen voor het rijden op een
vlakke en e en ondergrond. Ongelijk geplaveide wegen of paden,
kuilen en andere obstakels verkorten de levensduur van een scooter
en vormen een gevaar voor uw veiligheid.
Rijd niet op steile wegen of extreem hellende wegen. De resterende
ladingsgraad van de batterij onmiddellijk vóór het beklimmen van
een helling is van doorslaggevend belang voor het klimvermo-
gen. Eventuele afwijkingen van vlakke/horizontale oppervlakken
mogen een hellingsgraad van
:
( graden) niet overschrijden.
Voor elke beklimming zijn er vele factoren waarmee rekening moet
worden gehouden: de bandenspanning en de staat van de ban-
den, de staat van het wegdek (als het nat, ijzig of glad is, met in-
begrip van gebladerte en/of ander vuil, raden wij af om op de
helling te rijden), de oplading van de accu's en het gewicht van de
gebruiker. Al deze factoren zullen van invloed zijn op de prestaties.
Vergrendelingshendel voorrem:
DDrive-modus: Moet in de voorwaartse, vergrendelde positie staan
om de motor te activeren (afbeelding - linksonder).
Vrijloopmodus: Beweeg de hendel naar buiten en naar achteren
om de vergrendeling van de voorrem te ontgrendelen (foto recht-
sonder). Daardoor wordt de rem gedeactiveerd en wordt de vri-
jloopmodus ingeschakeld. Als de eFOLDi is ingeschakeld, klinkt
er een continu waarschuwingssignaal van de beeper.
Ontkoppel de remhendel niet als u zich op een helling bevindt - u
hebt dan geen enkele remmogelijkheid meer tot uw beschikking.
Drive-modus
Vrijwielmodus
Page