Efficiënt gebruik:
• Stem de rijsnelheid zo goed mogelijk af op het werktempo (potmeter).
• Indien juiste snelheid is afgesteld zijn er zeer weinig starts en stops nodig wat tevens
een zeer gunstig effect heeft op de slijtage van de buisrailwagen.
• Door bovenstaande aanbevelingen op te volgen zal ook de productiviteit van de
medewerkers toenemen.
Laad de accu's minimaal eenmaal per week op met een geschikte lader, ongeacht het
gebruik!! Voorkom dat uw accu's helemaal leeg zijn voordat u ze oplaadt!
7.5 BeNomic EasyLeaf verplaatsen op het hoofdpad
Tijdens het verplaatsen van de BeNomic EasyLeaf dient u altijd achter de wagen te lopen.
Door de zwenkwielen is de BeNomic EasyLeaf eenvoudig te draaien en te verrijden gebruik
hiervoor de duwbeugels.
7.6 Gebruik van de noodstop
De BeNomic EasyLeaf is voorzien van een noodstop. In geval van nood kan de BeNomic
EasyLeaf zo snel mogelijk tot stilstand worden gebracht door gebruik te maken van deze
noodstop. De noodstop is duidelijk te herkennen aan zijn rode kleur en gele achtergrond. Als
de noodstop ingedrukt wordt stopt de BeNomic EasyLeaf onmiddellijk.
De schakelaar blijft mechanisch geblokkeerd en de wagen kan niet herstarten. Bij een
persoonlijk ongeval kan nu direct hulp worden verleend.
De noodstop kan ook gebruikt worden bij een plotseling dreigend gevaar, bijvoorbeeld een
verkeerde werking.
Nadat het gevaar is opgeheven, kan de noodstopschakelaar gedeblokkeerd worden (zie
hoofdstuk 7.7 Opstarten na het gebruik van de noodstop).
7.7 Opstarten na het gebruik van de noodstop
Ontgrendel een noodstop nooit als er niet bekend is door wie en waarom de
noodstop is bediend.
1. Controleer of de situatie veilig is om de BeNomic EasyLeaf in te schakelen;
2. Zet rijrichtingskeuzeschakelaar in "0"
3. Draai de snelheidsregelknop terug naar "0"
4. Trek vervolgens de NOODSTOP uit;
5. De BeNomic EasyLeaf is weer in bedrijf, ga verder bij stap 5, hoofdstuk 7.1
7.8 Gebruik van de plateau hoogteverstelling
Controleer en onderhoud de hoogte borging regelmatig zoals beschreven staat bij 8.4
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing V9-NL
Gebruikt altijd beide handen op gemarkeerde plaatsen
zodat nooit beknelling kan plaatsvinden. Tijdens het
omhoog verplaatsen is bij iedere vergrendel positie een klik
te horen. Indien dit de gewenste hoogte is laat u het plateau
rustig zakken totdat deze gefixeerd is.
Als het plateau omlaag moet is het noodzakelijk eerst
volledig omhoog te gaan om vervolgens het plateau rustig
gecontroleerd omlaag te laten zakken, laat het plateau
nooit los bij deze handeling!
Nadat positie volledig laag bereikt is kunt u opnieuw de
juiste werkhoogte bepalen zoals hierboven omschreven.
BeNomic EasyLeaf
24 / 44