28. Rijd op het fietspad of aan de rand van de weg langs de rijrichting of de richting die is aangegeven
door de voorschriften van de lokale overheid.
29. Stop de E-scooter langzaam bij het parkeerbord of bij het stoplicht en let op de omstandigheden
op de kruising. Houd er rekening mee dat u een manier maakt voor motorvoertuigen, ook al rijdt u
op de fietsbaan om het risico op botsingen te voorkomen.
30. Het is absoluut verboden dat u tijdens het rijden door een ander voertuig met de hand(en) op het
voertuig wordt gesleept.
31. Stunt NIET tijdens het rijden.
32. Rijd NIET op uw E-scooter in een van de volgende situaties: noodweer, slecht zicht, bij zonsopgang,
's avonds, in het donker of uitputting, omdat een ongeval meer kans heeft op een van deze situaties.
33. Rijd NIET alleen met uw E-scooter naar een afgelegen gebied. Informeer anderen over uw
bestemming en verwachte aankomsttijd, zelfs als u met iemand anders naar het afgelegen gebied
rijdt.
34. Als je hoger staat terwijl je staat en met een helm op de E-scooter rijdt, kijk dan uit terwijl je binnen,
aan de deur of in de buurt van een andere plaats die dicht bij je hoofd staat.
35. Draag GEEN losse kleding tijdens het rijden voor het geval ze verstrikt raken in het wiel.
36. Het wordt aanbevolen om een bril te dragen om uw ogen uit de buurt van verontreinigingen, stof
en insecten te houden. Draag een bril met een donkerdere glazen in sterk licht en een transparantere
bril bij slecht licht.
37. Draag GEEN passagier tijdens het rijden. Deze E-scooter is ontworpen voor één rijder. Het is
verboden dat het wordt bereden door twee of door iedereen die een baby draagt.
38. Deze E-scooter kan niet worden gebruikt als medische uitrusting of als hulp medisch middel. Als
gevolg hiervan is het vereist dat u fysiek gekwalificeerd bent om deze E-scooter alleen te bedienen
zonder de hulp van iemand anders.
39. Gebruik uw E-scooter NIET om naar boven/beneden te gaan, de lift in te rijden of de draaideur over
te steken.
40. Rijd NIET bij slecht zicht. Zorg ervoor dat jij en anderen wederzijds zichtbaar zijn voordat je gaat
rijden.
41. Rijd NIET op de snelweg tenzij dit is toegestaan door lokale wet- en regelgeving.
42. Gebruik uw E-scooter NIET als vrachtdrager.
43. Bij het naderen of oversteken van een kruispunt, motorweg, draaien of passeren van een
deur/poort, gelieve te vertragen en plaats te maken voor de voetgangers, fietsen en
motorvoertuigen.
44. Net als bij andere vervoermiddelen moet u waakzaam blijven tijdens het rijden op uw E-
scooter. Rijd NIET op uw E-scooter wanneer u ziek bent of niet volledig voldoet aan de instructies in
deze gebruiksaanwijzing, of nadat u medicijnen heeft ingenomen of alcohol hebt gedronken of drugs
heeft genomen.
45. Om afleiding tijdens het rijden te voorkomen, mag u NIET bellen of iets doen dat u kan afleiden,
zodat u zich kunt concentreren op het verkeer.
46. Leeftijd vereist: 16-50 jaar oud. Tips voor ouders: als ouder of voogd bent u verantwoordelijk voor
de activiteiten en veiligheid van uw kind. Het wordt ten zeerste aanbevolen dat uw kind uit de buurt
van de E-scooter wordt gehouden.
47. Vermijd abrupt remmen, vooral op gladde oppervlakken, omdat dit kan leiden tot verlies van tractie
en de kans vergroot dat u van de E-scooter valt.
48. De E-scooter kan naar één kant kantelen als u hem parkeert zonder de standaard te
gebruiken.
10