OptionOnderdelen van het menu
Gebruik de volgende tabel om de weergave-instellingen van het toestel te
configureren.
Opmerking
▪ Welke onderdelen beschikbaar zijn is afhankelijk van de geselecteerde signaalbron.
▪ Met tekst tussen haakjes worden indicators op het display op het voorpaneel aangegeven.
Onderdeel
Functie
Input Select (Input Select)
Schakelt de signaalbron over.
Hiermee past u apart het niveau van het bereik van
Tone Control (Tone Control)
de hoge tonen en dat van de lage tonen aan.
Hiermee kunt u de geluidsprogramma's en
Program (PRG)
stereoweergave selecteren.
Hiermee kunt u bepalen welke surrounddecoder
Sur.Decode
moet worden gebruikt wanneer Sur.Decode is
(SrDec)
geselecteerd als het te gebruiken programma.
DSP/Surround
DSP Level
(DSP/
Regelt het niveau van het geluidsveldeffect.
(DSP Level)
Surround)
Stelt in of het dynamische bereik (van maximum naar
Adaptive DRC
minimum) automatisch samen met het volumeniveau
(A.DRC)
aangepast moet worden.
Enhancer
Schakelt Compressed Music Enhancer in of uit.
(Enhancer)
Input Trim
Corrigeert volumeverschillen tussen signaalbronnen.
(In.Trim)
Volume Trim
(Volume Trim)
Subwoofer Trim
Stelt het volume van de subwoofer nauwkeurig in.
(SW.Trim)
Schakelt de "Lipsync"-instelling in het menu "Setup"
Lipsync (Lipsync)
in of uit.
Signal Information (Signal Info.) Geeft informatie weer over de video-/audiosignalen.
Combineert de video van de geselecteerde
Audio In (Audio In)
signaalbron met de audio van een andere
signaalbron.
Selecteert een videobron die met de geselecteerde
Video Out (Video Out)
audiobron moet worden weergegeven.
Hiermee schakelt u tussen "Stereo" en "Monaural"
FM Mode (FM Mode)
voor de ontvangst van FM-radio.
Registreert automatisch FM-radiozenders met sterke
Auto Preset
(AUTO)
signalen als voorkeuzezenders.
Preset (Preset)
Clear Preset
Wist radiozender die voor voorkeuzenummers zijn
(CLEAR)
geregistreerd.
(Alleen modellen voor het V.K., Europa en Rusland)
Traffic Program
Zoekt automatisch naar een zender met
(TrafficProgram)
verkeersinformatie.
Configureert de instelling voor herhaalde weergave.
Repeat (Repeat)
Onderdeel
Pairing (Pairing)
Connect/Disconnect (Connect/
Disconnect)
Input Interlock (Interlock)
Pagina
Omschakelen van de signaalbron
p. 53
Schakelt de signaalbron over. Druk op ENTER om over te schakelen naar de
p. 53
geselecteerde signaalbron.
p. 54
Menu Option
"Input Select"
p. 55
Aanpassen van de toon van de geluidsweergave
p. 56
Hiermee past u apart het niveau van het bereik van de hoge tonen (Treble) en dat van
de lage tonen (Bass) aan.
p. 56
Menu Option
"Tone Control"
p. 56
Keuzes
p. 56
Treble, Bass
Instelbereik
p. 56
-6,0 dB tot +6,0 dB (stappen van 0,5 dB)
p. 57
Opmerking
p. 57
▪ Wanneer zowel "Treble" als "Bass" 0,0 dB zijn, zal "Bypass" verschijnen.
▪ U kunt de tonaliteit ook instellen met de bedieningen op het voorpaneel. Druk op TONE CONTROL om
p. 57
"Treble" (hoge tonen) of "Bass" (lage tonen) te selecteren, en druk vervolgens op PROGRAM om de
instelling aan te passen.
▪ Als u een extreme waarde instelt, is het mogelijk dat geluiden niet overeenkomen met die van andere
p. 59
kanalen.
p. 59
p. 59
p. 60
p. 60
p. 61
53
Nl
Functie
Voert een koppeling uit tussen het toestel en uw
Bluetooth apparaat.
Maakt/verbreekt de verbinding met het Bluetooth
apparaat.
Stelt in of de signaalbron automatisch naar
"Bluetooth" schakelt wanneer er een Bluetooth
verbinding tot stand wordt gebracht.
Pagina
p. 62
p. 63
p. 63