Problemen oplossen
Probleem
Toestel stopt met draaien
Apparatuur werkt niet
Lekkage rond pompstang
Trage vloeistoftoevoer
3A8416C
1.
2.
Oorzaak
De accu is niet goed geplaatst.
Accu bijna leeg.
Verstopte uitlaatbuis.
Diagnoselampjes knipperen
twee keer wanneer de
doseerknop wordt ingedrukt. Dit
wijst op een onjuiste spanning.
Diagnoselampjes knipperen
driemaal wanneer de
doseerknop wordt ingedrukt.
Dit wijst erop dat de
accutemperatuur te hoog of
te laag is.
Diagnoselampjes knipperen
vier keer wanneer de
doseerknop wordt ingedrukt. Dit
wijst erop dat de rotor klem zit.
Diagnoselampje knippert niet
wanneer doseerknop wordt
ingedrukt. Er is geen accu
geplaatst of de accu is
beschadigd.
Het diagnoselampje knippert
niet wanneer de doseerknop
wordt ingedrukt en de accu is
in orde.
Defecte halsdichting.
Halsdichting ondersteboven
geïnstalleerd.
De snelheidsregeling staat
ingesteld op laag.
Het materiaal is te dik.
Problemen oplossen
Verwijder de accu voordat u de pomp
repareert.
Kijk naar alle mogelijke problemen en
oorzaken voordat u de pomp demonteert.
Plaats de accu terug en zorg
ervoor dat deze goed vastzit.
Vervang de accu door een
volledig opgeladen exemplaar.
Voer de
Drukontlastingsprocedure,
pagina 17 uit en verwijder alle
verstoppingen.
Vervang de accu door een
volledig opgeladen exemplaar.
De accu heeft het einde van zijn
levensduur bereikt. Vervang
de accu.
Laat de accu afkoelen,
of opwarmen tot
kamertemperatuur.
Voer de Drukontlastingspro-
cedure, pagina 17 uit en reinig
het toestel.
Vervang de pompconstructie
en/of SmartControl-constructie.
Plaats of vervang de accu.
Controleer of de schakelaar
goed werkt, zie Werking van
schakelaar testen, pagina 30.
Vervang de
SmartControl-constructie.
Vervang de halsdichting.
Verhoog het pomptoerental
door de toerentalregeling te
verhogen. Zie Opstarten,
pagina 16.
Verdun het materiaal of gebruik
een ander materiaal.
Oplossing
27