D200S-, D200-, S20- en D60-toevoersystemen Werkpunt Instructies
De pomp starten en afstellen
Houd handen en vingers verwijderd van de vulzuiger,
tijdens het werken en als er lucht in de pomp zit. Volg
de Drukontlastingsprocedure voordat u de vulzuiger
nakijkt, leeghaalt of reinigt.
1.
Zorg voor de aanvoer van vloeistof naar de pomp
conform de vereisten van uw systeem.
2.
Sluit het luchtmotorschuifventiel. Zet de luchtregelaar
van de ram op ongeveer 50 psi (0,35 MPA, 3,5 bar).
Stel het stuurventiel in op de stand OMLAAG.
3.
Verminder de druk van de luchtmotorregelaar en open
het luchtmotorschuifventiel.
4.
Stel de luchtmotorregelaar bij totdat de pomp start.
5.
Laat de pomp langzaam werken totdat alle lucht is
verdwenen en de pomp en de slangen zijn gevuld.
6.
Laat de trekker van het pistool/ventiel los en blokkeer
die met de trekkerbeveiliging. De pomp moet stilvallen
door de tegendruk.
Gebruik uw handen of vingers niet om het ontluch-
tingsgat aan de onderkant van het ontluchtingsventiel
te bedekken terwijl u de pomp vult om het risico van
vloeistofinjectie te beperken. Gebruik de hendel of een
verstelbare moersleutel om de ontluchtingsplug te
openen en te sluiten.
7.
Als het vullen van de pomp niet goed lukt, kunt u de
het ontluchtingsventiel van de pomp iets openen.
Gebruik het ontluchtingsgat aan de onderzijde van het
ventiel als vulventiel totdat er vloeistof bij het gat komt.
Sluit de plug.
OPMERKING: Gebruik altijd de laagst mogelijke
vloeistofdruk om de pomp te ontluchten.
8.
Als de pomp en de slangen zijn gevuld en als er
voldoende luchtdruk en volume is, dan start de pomp
en stopt hij als u het pistool/ventiel opent en sluit. In
een circulatiesysteem versnelt of vertraagt de pomp
op verzoek, totdat de luchttoevoer wordt afgesloten.
9.
Gebruik de luchtmotorregelaar om de snelheid van
de pomp en de luchtdruk te bepalen. Gebruik altijd de
laagste druk die nodig is om het gewenste resultaat
te bereiken. Hogere drukwaarden veroorzaken
voortijdige slijtage aan de spuittip en de pomp.
38
Vaten verwisselen
1. Sluit het luchtmotorschuifventiel om de pomp te
stoppen.
2.
Stel het stuurventiel van de ram in op de stand
OMHOOG om de volgplaat te verhogen. Daarna direct
de luchtafblaasknop indrukken en ingedrukt houden,
totdat de volgplaat geheel uit het vat is. Gebruik een
minimale hoeveelheid luchtdruk die nodig is om de
volgplaat uit het vat te duwen.
Wanneer de druk in het vloeistofvat te hoog wordt, kan
het vat barsten, met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
De volgplaat moet vrij uit het vat kunnen bewegen.
Gebruik nooit vatafblaaslucht bij een beschadigd vat.
3.
Laat de ontluchtingsknop los en laat de ram helemaal
omhoog komen. 2-knopsvergrendeling: als het
systeem deze functie heeft, zal de ram stoppen als
hij de top nadert. De knoppen indrukken en ingedrukt
houden om de ram geheel omhoog te stellen.
4.
Verwijder het lege vat.
5.
Controleer de volgplaat en verwijder waar nodig
materiaalresten of aangekoekt materiaal.
6.
Ga naar stap 4 van De ram starten en instellen.
Besturing van DataTrak op
afstand
Belangrijkste functies in Bedrijfsmodus
1. Druk kort op
om naar Vulmodus te gaan.
a. Wanneer er een nieuw vat is geplaatst, moet
u in Vulmodus
resterende vatvolume terug op het vatvulvolume
in te stellen.
b. Druk op
om de Vulmodus te verlaten. Het
Vulsymbool verdwijnt en het ledlampje stopt met
knipperen; het scherm keert terug naar
Bedrijfsmodus.
2. Houd in de Bedrijfsmodus
ingedrukt om de totaalteller voor klussen te resetten.
3. Houd
gedurende 3 seconden ingedrukt om naar
Instelmodus te gaan.
4. Druk kort op
om naar Diagnosemodus te gaan.
Het systeem gaat enkel naar Diagnosemodus als er
actieve waarschuwingen/alarmen zijn.
ingedrukt houden om het
gedurende 3 seconden
3A8303R