• Controleer na reinigingswerkzaamheden of bij stilstandtijden van 1 tot 4 weken voor de inbedrijfstelling de smeerfilm op geleidingen en tandstangen (II) en de hydraulische leidingen op luchtbellen
en knikken (VII). Eventueel het complete smeersysteem controleren.
• Controleer het smeersysteem als exploitant bij de eerste inbedrijfstelling, na stilstandtijden van meer dan 4 weken, bij ontbrekende smeerfilm en nadat de cartouche of de pomp van het smeersys-
teem is vervangen.
De exploitant is in elk geval verantwoordelijk voor voldoende en werkende smering.