®
GRITZNER
6122 - 6152
Bovendraadspanning
Om een perfect stiksel te krijgen
moeten de boven- en
onderdraadspanning goed op
elkaar zijn afgestemd. De normale
instelling voor nuttige steken ligt in
het bereik tussen 4 – 5.
Controleer de spanning met een
brede zigzagsteek. De verknoping
van de draden moet daarbij in het
midden tussen de stoflagen
liggen.
Bij een te vast ingestelde
bovendraadspanning ligt de
verknoping bovenop de stof. Bij
een te los ingesteld
bovendraadspanning ligt de
verknoping onder de stof.
Naaitip voor dikke naden
Om bij dikke stof, aan het begin
van de naad of over een
verdikking, een regelmatig
transport te verkrijgen, raden wij u
aan een stukje stof van gelijke
dikte achter de naald onder de
naaivoet te leggen, zodat dit dan
recht op het naaiwerk rust.
- 29 -