onmaakmachine uit de stroom sluiten door middel van de
veelpolige schakelaar of door de stekker uit het stopcontact
te halen en uit de watertoevoer sluiten. Door de toevoer kraan
dicht te draaien (Zie de hoofdstukken betreffende aansluiting op
het elektriciteitsnet en de waterleiding). Na de onderhoudsbeurt
eerst kontroleren of alle afsluitplaten weer korrekt zijn ge-
monteerd en met de schroeven zijn vastgedraaid, vòòr de
schoonmaakmachine aan te sluiten op de stroom en op de
watertoevoer.
Indien men dit voorschrift
niet navolgt, ontstaat er
gevaar van blikseminslag.
VOORZORGSMAATREGE-
LEN TEGEN BEVRIEZING
De schoonmaakmachine
mag niet aan vorst worden
blootgesteld.
Indien het apparaat na het
schoonmaken in een ijskoude
ruimte wordt opgeborgen en
misschien voor lange tijd niet
gebruikt zal worden, is het
noodzakelijk een anti-vries middel in de schoonmaakmachine
te doen, teneinde ernstige schade aan het hydraulische circuit
te voorkomen.
WERKWIJZE VOOR DE ANTI-VRIES (Fig. 12)
1 - De watertoevoer (kraan) afsluiten, de voedingskabel losma-
ken en de schoonmaakmachine draaien, tot hij helemaal leeg is.
2 -
Stop de hogedruk-waterspuit met de ontstekingsschakelaar
op de stand "0" (Fig. 7A).
3 -
Dompel de toevoerslang onder in de bak met antivries-
oplossing.
4 -
Start de hogedruk-waterspuit met de ontstekingsschakelaar
op de stand "I".
5 -
Een bak klaarmaken met de anti-vries oplossing
6 - De anti-vries ook door de opzuiger van het wasmiddel laten
opzuigen.
7 - De schoonmaakmachine uitdoen en de stroom uitschakelen
door middel van de veelpolige schakelaar of door de stekker uit
het stopcontact te halen.
8 - De schoonmaakmachine uitdoen en de stroom uitschakelen.
9 - Voor de schoonmaak-machines met waterbakje, dient
de oplossing met wasmiddel zoals beschreven in punt 3)
rechtstreeks in het bakje gegoten te worden.
!
Opgelet
Het antivriesmiddel is een
produkt dat het milieu kan
verontreinigen, lees derhalve
voor het gebruik de aanwijzin-
gen op de verpakking van
het produkt aandachtig door.
(Laat het niet in het milieu
verloren gaan.)
KONTROLE VAN HET OLIE-
PEIL EN VERVERSING VAN
DE POMPOLIE
Af en toe het oliepeil van de
Nederlands
hoge drukpomp kontroleren
op de verklikker (13A) of met
de oliepeilstaaf (Fig. 13B)
Als de olie er melkachtig
uitziet, direkt de Technische
Dienst bellen.
De olie na de eerste 50 werku-
ren verversen en daarna elke
500 uur of eens per jaar.
Als volgt te werk gaan:
1) De aftapdop onderop de
pomp (Fig.13C) losschro-
even.
2) De tap met de oliepeilstaaf
losschroeven (Fig. 13)
3) Alle olie in een bak opvan-
gen en de olie afgeven bij
de Ophaaldienst voor ver-
nietiging.
4) De aftapdop er weer op
schroeven en de olie in het
gat aan de bovenkant (Fig.
14A) tot het op de verklikker
FIG.12
aangegeven peil (14B) gieten.
Bij hogedruk-waterspuiten
zonder olie-aftapdop moet de
hulp van de technische servi-
cedienst worden ingeroepen
voor verversing.
Alleen olie SAE 15 W40
gebruiken.
REINIGING VAN FILTER EN
DIESELOLIETANK
Het dieseloliefilter demonte-
ren en vervangen (Fig. 15)
Het filter regelmatig vervan-
gen.
De dieselolie tank legen.
De aftapdop verwijderen (Fig.
16) (indien aanwezig)
eventueel vuil in een bak
opvangen.
De tank schoonspoelen met
een beetje schone dieselolie
en de aftapdop dichtdraaien.
REINIGING VAN HET WA-
TERFILTER
Geregeld het waterfilter scho-
onmaken en eventueel vuil
verwijderen (Fig. 17).
FIG.13
- 12 -
en
FIG.14
FIG.15
FIG.16
FIG.17