BEDIENING VAN HET TOESTEL
Het toestel inschakelen
Druk op de Aan-/Uitknop en houd deze 5 seconden in gedrukt om het toestel in te schakelen.
De temperatuur wordt ingesteld op het kleinste symbool; het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
Let op; elke keer als het toestel opnieuw wordt ingeschakeld, duurt het een tijdje totdat
de juiste temperatuur wordt bereikt. Zolang de temperatuur nog niet bereikt is (en dus te
hoog is), knippert de alarmindicator voor hoge temperatuur.
Instellen van de thermostaat
De thermostaat regelt de temperatuur in beide compartimenten automatisch.
De thermostaat instellen
Druk (meerdere keren) op de Aan-/Uitknop om een stand te kiezen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
•
De aanbevolen stand is het op één na grootste symbool.
•
Het kleinste symbool is de hoogste temperatuur.
•
Het grootste symbool is de laagste temperatuur.
De aanbevolen temperatuur is 4 °C voor het koelcompartiment en -18 °C voor het
vriescompartiment.
Het toestel uitschakelen
1. Stel eerst de temperatuur in op het kleinste symbool.
2. Druk vervolgens op de Aan-/Uitknop en houd deze 5 seconden in gedrukt.
Alle lampjes knipperen drie keer en de verlichting gaat uit; het toestel is nu uitgeschakeld
(stand-by).
Als de Aan-/Uitknop nogmaals of te kort wordt ingedrukt, knipperen alle lampjes drie
keer om aan te geven dat het toestel stand-by staat.
NL 16