Gebruikershandleiding
❏ Type lijn
❏ Ontvangstmodus (automatisch of handmatig)
❏ Overgaan voor antwoorden
❏ DRD
Gerelateerde informatie
"De kopregel instellen" op pagina 108
&
"De kiesmodus instellen" op pagina 108
&
"Het lijntype instellen" op pagina 108
&
"De ontvangstmodus instellen" op pagina 109
&
"Het aantal keren overgaan instellen" op pagina 109
&
"DRD (Distinctive Ring Pattern (apart belsignaal)) instellen" op pagina 109
&
De kopregel instellen
Voer de naam en het faxnummer van de afzender in als kopregel voor uitgaande faxen.
1. Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
2. Selecteer Faxinstellingen > Communicatie > Koptekst.
3. Selecteer Kop van fax, voer de naam van de afzender in (maximaal 40 tekens) en druk vervolgens op Klaar.
4. Selecteer Uw telefoonnummer, voer uw faxnummer in (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op Klaar.
Gerelateerde informatie
"Tekens invoeren" op pagina 23
&
De kiesmodus instellen
Selecteer de kiesmodus van uw telefoonlijn. De kiesmodus wordt automatisch ingesteld wanneer u voor de eerste
keer een fax verzendt. Als het automatisch instellen is mislukt of als u de kiesmodus van uw telefoon wilt wijzigen,
moet u de kiesmodus echter zelf instellen.
Deze kiesmodusinstelling (Kiesmodus) wordt mogelijk niet weergegeven, naargelang het land of de regio.
1. Ga naar de modus Instellen via het hoofdscherm.
2. Selecteer Faxinstellingen > Communicatie > Kiesmodus.
3. Selecteer de kiesmodus van uw telefoonlijn.
Het lijntype instellen
Configureer de volgende instellingen als u de printer gebruikt in een omgeving met losse toestellen met externe
toegangscodes, zoals een 0 of 9 voor een buitenlijn.
1. Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
Faxen
108