4.
Elektrische Aansluiting
Het apparaat is ontworpen om met een stroomvoorziening van 13,8 V.
gelijkstroom te werken. Zorg hierbij dat de "min" aan massa zit.
De conditie van het elektrische systeem inclusief de bedrading in het voertuig
kan een goede werking beïnvloeden! Een zwakke accu, een versleten dynamo
of een slechte spanningsregelaar kunnen de prestaties van de zend/ontvanger
ongunstig beïnvloeden.
De hierboven omschreven gebreken kunnen de oorzaak zijn van zeer hoge
storingen in de ontvangst met veel ruis in de ontvanger. Maar ook het verlies
van een groot deel van het RF vermogen behoort tot de mogelijkheden.
Zorg er dus voor dat het elektrische systeem in uw auto in goede staat is
voordat u overgaat tot inbouw van uw zend/ontvanger.
Controleer voordat U elektrische verbindingen tot stand brengt of de volume
knop in de "off" (uit) positie staat. Verbindt de positieve (+) rode draad en de
negatieve (-) zwarte draad van de zend/ontvanger rechtstreeks aan de accu of
aan een ander stroompunt. Het is aan te bevelen een stroompunt te nemen
dat wordt uitgeschakeld indien de motor niet loopt, om te voorkomen dat de
zendontvanger de accu leeg kan trekken als de motor is afgezet
Indien de negatieve (-) draad wordt verbonden met een deel van het chassis
zorg er dan voor dat dit een goede massa maakt!
Direct op de accu aansluiten heeft meerdere voordelen, ten eerste haalt U het
maximale RF vermogen uit het apparaat. Daarnaast is de accu een grote
condensator en kan een bepaalde mate van omgeving- en motorstoring
onderdrukken.
Afhankelijk van de plaats waar U het apparaat monteert, kan het nodig zijn dat
kabels verlengd moeten worden. Indien de lengte van de stroomkabel langer
wordt dan 3 mtr, gebruik dan dikkere kabel, bijv. 2 – 3 mm2.
OPGELET:
Spanning , hoger dan 15 VDC, zal het apparaat beschadigen.
Meet voordat U de bedrading op de accu-polen aansluit altijd
eerst de spanning van de accu! Doe dit met een draaiende
motor!
Schade ontstaan door overbelasting valt niet onder de
garantie voorwaarden!
4