2.2. Functie beschrijving
Structuur en functie van de motor:
De motor bestaat uit een 24V DC motor, besturingselektronica en een net-adapter. De motor drijft meestal een schuifluik
of een schuifraam aan door middel van een tandriem. De motor heeft een klemblok waarmee hij op de looprail van
een standaard beslag kan worden bevestigd. Het tandwiel en het gebied waarin het tandwiel de kracht op de tandriem
overbrengt, is door een afdekking beschermd en optisch afgedekt. Als we het hebben over de motor of de aandrijving
die beweegt, open of sluit, betekent dit dat de tandwiel op de aandrijfas naar links of rechts draait. De met het tandwiel
verbonden tandriem beweegt het paneel in de juiste richting.
De motor heeft een 4-aderige aansluitkabel. In de standaard uitvoering heeft de kabel een lengte van ca. 0,5m en eindigt
met een 2-polige eurostekker. De mogelijke aansluitvarianten worden in hoofdstuk 2.3 & 2.4 toegelicht.
Radiozender en - ontvanger
De motor heeft een geintegreerde radio-ontvanger voor de besturing. Hoe dit voor de afzonderlijke aansluitvarianten kan
worden gebruikt, wordt in hoofdstuk 2.3 & 2.4 toegelicht.
Configuratie en inbedrijfstelling
De motor heeft geen verdere instel- of configuratiemogelijkheden direct op de motor. Na installatie en aansluiting is hij
klaar voor gebruik met de standaard functies. Voor de inbedrijfstelling zijn geen verdere stappen nodig.
Stroomuitval
De geintegreerde motorregeleenheid wordt gebruikt om de motor te laten draaien totdat deze het toegestane koppel
overschrijdt. Deze functie wordt stroomonderbreking genoemd. Hierdoor kan de aandrijving obstakels detecteren en
uitschakelen. De stroomonderbreking wordt ook gebruikt om de eindposities te detecteren. Omdat het stroomgebruik
van de motor in de eindstanden toeneemt, schakelt de aandrijving uit.
Inleren - langzame loop
Tijdens de eerste rit berekent de geintegreerde motorregeleenheid de duur van een normale rit.
Kort voor het verstrijken van deze periode draait de motor alleen met verlaagd toerental om de mechanica te
beschermen en de veiligheid te verhogen. De motor draait ook met gereduceerd toerental als hij vanwege de
stroomonderbreking voor het einde uitschakelt.
Parallelschakeling
Op een stuurschakelaar kunnen meerdere motoren parallel worden aangesloten. Een motor kan parallel worden
aangesloten op meerdere bedieningsschakelaars. Hierbij dient het maximale schakelvermogen van de installatie in acht
te worden genomen.
Motor
De componenten van de motor zijn geintegreerd in een uitgebreide, 2-delige kunststof behuizing. Deze behuizing is
stevig geschroefd en heeft een afdichting. De kleur van de plastic behuizing is zwart. Het mag in geen geval worden
geopend. De kabel komt aan het einde van de motor in het midden naar buiten. De motor is standaard voorzien van een
kabel met de volgende eigenschappen. Het eindigt in een 2-polige eurostekker.
* Kabeltype OZ-500 (of vergelijkbaar
* Lengte 0,5m
* Kleur zwart
Kabel kan worden verlengd tot max. 50 meter. Het type en de doorsnede van de kabel zijn afhankelijk van de vereisten van de laatselijke elektrische installatie.
6