N.B.: Plaats (2240) en (2241) m.b.v. de richt-
rand op (2215 / 2216).
Plaats ruit D in de geleider op het horizontale
profiel (2237) en assembleer dit op (2240) en
(2241) (4.8) en zorg ervoor dat zij goed pas-
sen in (2248) en (2249) .
5. DakmoNtage
[Voor Vm0017-t 5000, 6200 & 7500: Assem-
bleer onderdeel (2220) / (2221) (Vm0017-t
6200 / 7500), of (2225) (Vm0017-t 5000),
m.b.v. koppelstuk (2229) en 8 moertjes en
boutjes (5.1).
N.B.: De 4 inwendige moertjes en boutjes
dienen slechts losjes te worden vastgemaakt.
Schuif onderdeel (2227) (Vm0017-t 5000)
(5.2) of (2228) (Vm0017-t 6200 / 7500) (5.3)
in de verbindingsnaad tussen de nokbalken.]
Bevestig de geassembleerde nokbalk (2220
- 2226) op de hoekprofielen van het dak
(2240) en (2241) door de geprepareerde extra
bouten in het open gat in de nokbalk (5.4) te
schuiven.
Voeg 1 extra boutje toe om de dakschoor
(1056) in elk middenprofiel van het dak (2242)
(5.8) en (2243) (5.9) te monteren.
Voeg op twee aangrenzende dakprofielen 1
extra bout toe om het kalfje van het dakraam
(2260) in stap 6 vast te maken.
[Vm0017-t 6200 & 7500: Herhaal dit a.u.b. op
nog een locatie.]
[Vm0017-t 2500: Breng 1 extra bout aan,
aangrenzend aan de bout die aangebracht is
(2240) / (2241) in stap 3.]
Monteer de middenprofielen van het dak
(2242) en (2243) tussen de hoekprofielen van
de zijkant, en let op de richtrand (5.5) (5.6)
(5.7) en de nokbalk (5.8) (5.9).
Plaats nu uw frame op de voorbereide funde-
ring/fundatie en bevestig het geheel losjes.
(Draai deze bouten pas vast nadat de kas
volledig is beglaasd.) Kijk na of het frame vol-
ledig haaks en waterpas staat en draai alle
moertjes stevig aan.
Belast de moertjes niet met teveel kracht
bij het aandraaien (max. 3Nm).
6. BeglazINg zIJwaND / Dak
[Vm0017-t 5000, 6200 & 7500: Schijf het
koppelstuk van de zijkant (2219) in de verbin-
dingsuiteinden van de zijkantprofielen (2210)
of (2211) (6.2). Monteer aan beide kanten van
(2219) een schroef (1006) in de geprepa-
reerde gaten (6.2).]
Schuif plaat E in de toepasselijke geleiders in
de verticale profielen (6.4).
Schuif plaat F en G in de toepasselijke gelei-
ders in de dakprofielen (6.5).
Prepareer 4 bouten in elk zijkantprofiel en
verbind deze met de hoeken van de zijkant
(2215) of (2216) (6.6) (6.7).
Verbind de dakraamstoppen (6056) met het
kalfje (2260) door middel van schroeven
(1006) (6.8). Monteer (2260) in de gewenste
opening voor het dakraam en installeer deze
op de bovenrand van de geassembleerde ruit
G (6.9).
Duw afstandsbus (2399) op de nokbalk, in het
midden van elk veld, om te waarborgen dat de
dakruiten F de juiste afstand houden.
020.01.1704
7a. tochtDeuR
Assembleer (2252), (2253), (2254) en (2256)
zoals op tekening (7A.2) (7A.3) (7A.4).
Schuif de ruiten H in de toepasselijke gelei-
ders in de middenprofielen en monteer het
zijprofiel van de deur (2258) (7A.5).
Schuif het borstelrubber (2270) in beide zijpro-
fielen (2252) en (2258) (7A.3). Schuif bouten
(1500) in de onderkant van het boutkanaal met
borstelrubbers (2270) en zet deze vast op hun
plaats met een moer (1515) (7A.3). Snij de
deurrubbers (2270) op de juiste lengte.
Beslis a.u.b. op dit punt naar welke kant de
deur moet opengaan. Volg details „R" als de
vergrendeling aan de rechterkant moet zitten
en details „L" als de vergrendeling links zit.
Snij borstelrubber (2270) aan de gewenste
kant, gebruik veer (2287) en schroef (2288)
om de deurknop (2285) en deurvergrendeling
(2286) zoals op de tekening te monteren
(7A.6).
Installeer scharnierkoker (2272) in beide ein-
den van de zijprofielen van de deur (2252) of
(2258) (7A.7).
Installeer de scharnierpin van scharnier (2275)
R of (2273) L in de koker aan de bovenkant
van de zijprofielen (7A.7).
Installeer de scharnierpin van scharnier (2276)
R of (2274) L in de koker aan de onderkant
van de zijprofielen (7A.7).
Monteer de scharnieren op de vereiste kant
van onderdeel (2209) en (2237) m.b.v. de ge-
prepareerde gaten, moertjes (1002) en boutjes
(1001) (7A.8).
Als de deur dicht is, zal de vergrendeling
(2286) rond de zijprofielen (2235) - R of (2236)
- L sluiten.
7B. SchuIfDeuR
attentie: zet de gemonteerde deur niet op
deurgeleiders (2214), dit om beschadiging
te voorkomen.
Schroef (1006) in beide kanten van het onder-
profiel van de deur (2255) en duw dan de de-
urgeleiders (2214) in beide uiteinden (7B.2).
Assembleer (2252), (2253), (2254) en (2255)
zoals op tekening (7B.3) (7B.4) (7B.5).
Schuif de ruiten H in de toepasselijke gelei-
ders in de middenprofielen en monteer het
zijprofiel van de deur (2258) (7B.6).
Voeg deurgeleiders (2271) toe in de boven-
kant van de zijprofielen van de deur (2252) en
(2258) (7B.5).
Schuif het borstelrubber (2270) in beide zijpro-
fielen (2252) en (2258) (7B.7). Schuif bouten
(1500) in de onderkant van het boutkanaal met
borstelrubbers (2270) en zet deze vast op hun
plaats met een moer (1515) (7B.7). Snij de
deurrubbers (2270) op de juiste lengte.
Snij borstelrubber (2270) aan de gewenste
zijkant en gebruik schroef (2289) om de deur-
knop (2285) zoals op de tekening te monteren.
Verbind het deurgeleiderprofiel (2251) met
twee moertjes en boutjes losjes vanaf de bui-
tenkant met het horizontale profiel (2237)
(7B.9).
Richt het deurgeleiderprofiel (2251) naar links
of naar rechts uit, afhankelijk van de richting
waarin de deur moet opengaan.
Schuif zoals op de tekening (2214) op kalfje
(2209) en (2271) in het deurgeleiderprofiel
(2251).
Monteer (2257) op het steunprofiel van de
deur (2250) m.b.v. bout (2001). Monteer
(2257) op het uiteinde van (2251) door bout
(1001) in het boutkanaal in (2251) (7B.10) te
voegen.
Monteer het onderste uiteinde van (2250) aan
het hoekprofiel (2230) door bout (2001) in het
boutkanaal in (2230) (7B.11) te voegen.
Als de deur eenmaal op de goede plaats zit,
dan kunt u door middel van een moertje
(1002) en een boutje (2001) op het open einde
van het deurrailprofiel (2251) een deurstop
creëren (7B.12).
8. DakRaam
Monteer dakraamprofielen (2261) en (2262)
(8.2).
Schuif ruit J in de passende geleiders (8.3) en
monteer het onderprofiel (2263) (8.4).
Maak de dakraamopener (1067) m.b.v. schro-
even (1006) vast en plaats een plastic dop
(1019) over het uiteinde (8.5).
Positioneer het dakraam in de nokbalk vanaf
één kant (8.6) (8.7) (8.8), en schuif het in de
geprepareerde opening (8.9).
afweRkINg
Desgewenst kan de kas aan de randen wor-
den afgedicht met neutrale siliconenkit. Silico-
ne is niet inbegrepen.
Plaats het waarschuwingslabel aan de binnen-
kant van de kas.
Er is een compleet assortiment accessoires
beschikbaar om dit product ten volle te benut-
ten. Voor meer informatie kunt u contact opne-
men met uw leverancier.
VeIlIgheIDSRegelS
Sluit bij zware wind altijd alle deuren en ra-
men.
Houd bij zware sneeuwval het dak van de kas
vrij of zorg voor een goede ondersteuning van
het dak. Verwarm de kas in de winter.
commeNtaaR
Voor de gehele bescherming van uw nieuwe
kas raden wij u aan om deze op te nemen in
uw opstalverzekering. Denk er ook aan dat de
kas aan alle bouweisen moet voldoen en houd
ook rekening met de plaats van de kas.
Plak alstublieft de sticker van het kasmodel op
het deurprofiel (2253) nadat de kas succesvol
is geïnstalleerd. Deze informatie is belangrijk
voor het vervangen van onderdelen in de toe-
komst.
Bewaar deze assemblage-instructies a.u.b. op
een veilige plek zodat u deze nog altijd kunt
nalezen!
Ons beleid is gebaseerd op het continu verbe-
teren van onze producten en hierdoor be-
houden wij ons het recht voor om modellen te
veranderen zonder verdere berichtgeving.
11