BEDIENING
Instellingen
4.2
DCE 11/13 RC
Met de draadloze afstandsbediening kunt u de temperatuurin-
stelling via radiosignalen wijzigen. De ingestelde temperatuur
verschijnt op het display van de radioafstandsbediening.
De meegeleverde radioafstandsbediening is aangemeld bij de ont-
vangermodule. Enkel een aangemelde radioafstandsbediening
kan de instellingen op het toestel wijzigen.
Het radiobereik wordt kleiner door hindernissen tussen het toestel
en de radioafstandsbediening.
U kunt de radioafstandsbediening met de meegeleverde wand-
houder op om het even welke plek monteren.
Bediening
1
1 Display
2 Temperatuurinstelling 20 °C - 60 °C in stappen van 0,5 °C -
met de toetsen "+" en "-"
3 Geheugentoetsen "1" en "2"
De radioafstandsbediening staat standaard in de energiemodus.
Het display is uitgeschakeld. Door op een van de toetsen te druk-
ken, activeert u de radioafstandsbediening. De temperatuur ver-
schijnt op het display. Het balkje op het display geeft aan wanneer
er gegevens naar het toestel worden verzonden.
Indien u niet binnen de 10 seconden op een toets drukt, wordt de
radioafstandsbediening automatisch weer in de energiemodus
geschakeld.
De gekozen temperatuur blijft ook in de energiemodus gelden.
Programmering van geheugentoetsen
f Kies een gewenste temperatuur.
f Druk gedurende 2 seconden op geheugentoets "1" of "2". Ter
bevestiging knippert de temperatuurweergave 1x.
f U kunt het verwarmingssysteem van het toestel uitschakelen
(display-indicatie OFF). Druk om uit te schakelen 1x op de
toets "-", uitgaande van de instelling 20 °C.
www.stiebel-eltron.com
1
2
3
2
De batterij vervangen
1
1 Symbool "Batterij vervangen"
Wanneer het batterijsymbool verschijnt, moet u de batterij van
de draadloze afstandsbediening vervangen. Ook wanneer de in-
gegeven temperatuurinstellingen niet door het toestel worden
overgenomen en/of wanneer het bereik kleiner wordt, kan het
noodzakelijk zijn om de batterij te vervangen.
Materiële schade
!
f Verwijder de verbruikte batterij.
Aanwijzing
De draadloze afstandsbediening beschikt over een lithi-
um-knoopcel als batterij voor de stroomvoorziening.
Verwijder verbruikte batterijen. Lekkende batterijen ver-
oorzaken schade waarvoor wij niet aansprakelijk kunnen
worden gesteld. Batterijen die niet opgeladen kunnen
worden, mogen niet opgeladen worden.
Het gebruik van oplaadbare batterijen en accu's is niet
toegestaan.
Indien het toestel gedurende een langere periode niet
gebruikt wordt, dient u de batterij te verwijderen (zie
hoofdstuk "Problemen verhelpen / Batterij van de draad-
loze miniafstandsbediening vervangen").
f Open de behuizing van de radioafstandsbediening door de 4
schroeven aan de onderzijde van de radioafstandsbediening
los te draaien.
f Verwissel de batterij, type CR 2032. NiCd-accu's mogen niet
gebruikt worden. Let op de juiste polarisatie van de batterij
(+ boven).
f Druk de behuizing weer samen en draai de 4 schroeven weer
vast. Zorg ervoor dat u tijdens de montage van de behuizing
de dichting rondom niet beschadigt.
Tijdens het vervangen van de batterij blijven de opgeslagen waar-
den voor de toetsen "1" en "2" behouden.
Batterij wegdoen
Batterijen mogen niet met het huishoudelijk afval wor-
den meegegeven. Oude batterijen bevatten schadelijke
stoffen die een gevaar inhouden voor het milieu en de
gezondheid. Verbruikte batterijen dient u in te leveren
bij de verkoper of bij een speciaal daartoe bestemd ver-
zamelpunt.
DCE 11/13 | DCE 11/13 RC | DCE 11/13 H |
1
2
55