Snelle Start Instructie MX2
7. Het bepalen van de snelheidsreferentie
De snelheidsreferentie van de regelaar kan op verschillende manieren
worden aangeboden, de meest gebruikte zijn een analoog signaal op de
klemmen O-L (0-10 V), OI-L (4-20 mA) of intern geprogrammeerde snelheden.
Het is ook mogelijk om van referentie te wisselen door gebruik te maken van
digitale ingangen.
Figuur 10: Frequentie referentie
De waarde van de geldende snelheidsreferentie kunt u uitlezen op parameter
F001.
8. Het geven van een startcommando
De motor zal pas gaan draaien als de regelaar naast een snelheidsreferentie
ook een RUN commando heeft gekregen. Ook voor het RUN commando zijn
een aantal opties.
Figuur 11: Instellen RUN commando
12
Snelle Start Instructie MX2