NL | Handleiding
Werking controleren
De droger werkt volautomatisch. U moet evenwel geregeld een aantal controles uitvoeren,
die vermeld staan in het hoofdstuk Onderhoud van de droger.
Waarschuwing voor een plotselinge uitstoot van lucht!
Tijdens de expansie komt de druk plotseling vrij via de geluiddemper:
◊ Er ontstaat een luide knal, die het gehoor kan beschadigen.
◊ Kleine deeltjes die meegesleurd worden in de luchtstroom, werken als pro-
jectielen en kunnen oog- of huidletsels veroorzaken.
Draag daarom steeds een veiligheidsbril en oorbeschermers wanneer u in de
omgeving van de droger bent!
◊ Hoe krachtiger de droger is, hoe groter het lawaai kan zijn wanneer ermee wordt gewerkt.
De exploitant moet daarom zorgen voor geschikte beschermende uitrusting (b.v. oorbes-
chermers).
◊ Enkel binnen de toegelaten grenswaarden met de droger werken. Indien met het toestel
wordt gewerkt in omstandigheden waarvoor het niet gebouwd is, kan dat tot gevolg hebben
dat de droger defect raakt.
◊ De droger op uiterlijke schade en gebreken controleren. Alle wijzigingen, ook tijdens de
werking, moeten onmiddellijk worden gemeld aan de verantwoordelijke instantie of persoon.
◊ In noodgevallen en bij veiligheidsrelevante storingen (bijvoorbeeld plotseling ontsnappende
perslucht, defecte componenten) onmiddellijk de toevoer van perslucht blokkeren en dan de
aan-/uitschakelaar van de droger op 0 zetten om de spanningsverzorging te onderbreken.
Vervolgens de droger drukloos maken (zie ook deel Droger drukloos maken en buiten bedrijf
stellen op pagina 31). De droger pas opnieuw in bedrijf nemen nadat de storing verholpen
is.
Bij drukdauwpunt-sturing (optie)
Indicatie van het drukdauwpunt
Bij geïnstalleerde drukdauwpunt-sturing geeft de digitale indicatie aan de voorkant van de
schakelkast het actueel gemeten drukdauwpunt aan. De indicatie kan tussen–100 °C en +20
°C liggen.
Wanneer het gewenste drukdauwpunt overschreden wordt, schakelt de sturing tussen de
tanks om. Het omschakel-drukdauwpunt is in de fabriek vooringesteld.
Controleer daarom na een eerste inbedrijfname of na omvangrijjke onderhoudswerken
aan de droger het aangegeven drukdauwpunt.
Eventueel wordt het gewenste drukdauwpunt pas na een langere bedrijfsduur bereikt.
Storingsindicaties
Wanneer het gemeten drukdauwpunt de in de fabriek ingestelde alarmwaarde (5 °C boven de
omschakelwaarde) overschrijdt begint de indicatie van het drukdauwpunt te fl ikkeren. Boven-
dien kan een stoormelding via het potentiaalvrije verzamelcontact uitgegeven worden.
De volgende indicaties kunnen in geval van een storing optreden:
Indicatie
Oorzaak
+20
◊ Bovenste meetgrens overschreden.
999
◊ Drukdauwpuntsensor defect.
30
Werking controleren
K-MT 1-8/D3