Dit programma functioneert soms niet goed vanwege een communicatieprobleem tussen de computer
en het scherm of vanwege de elektromagnetische golven die worden uitgestraald door elektronische
apparaten in de buurt.
Hoe de weergave-eigenschappen worden weergegeven wanneer er meerdere schermen
worden gebruikt
1
Wanneer er geen scherm is geselecteerd: de standaardwaarde wordt weergegeven.
2
Wanneer er één scherm is geselecteerd: de instellingen voor het geselecteerde scherm worden
weergegeven.
3
Wanneer er twee schermen zijn geselecteerd (bijvoorbeeld in de volgorde ID 1 en ID 3): de
instellingen voor ID 1 worden weergegeven voor de instellingen voor ID 3.
4
Wanneer het selectievakje All+Select is ingeschakeld en alle schermen zijn geselecteerd: de
standaardinstellingen worden weergegeven.