FEV350
Gebruikershandleiding
Een station configureren
Een station configureren:
1. Voeg een nieuw station toe of selecteer een station dat u wilt bewerken.
Het menu Stationconfiguratie wordt weergegeven.
2. Configureer het station zoals nodig is voor de test.
a. Stel eerst het stationstype in.
b. Stel vervolgens de andere instellingen in op volgorde van boven naar beneden in de
lijst.
Tabel 6
is een lijst met instellingen voor het configureren van een station.
Een instelling die niet compatibel is met een eerder geselecteerde instelling leidt
tot wijziging van de eerdere instelling. Sommige instellingen kunnen de
beschikbare opties in andere instellingen en de beschikbaarheid van sommige
tests verminderen. Controleer alle instellingen voordat u de configuratie opslaat.
3. Terwijl het station is geconfigureerd, drukt u op
instellingen van het station op te slaan en terug te keren naar het projectmenu.
Instelling
Stationstype
12
Let op
Tabel 6. Menu Stationconfiguratie
Stel het stationstype in. De standaardinstelling is Type 2 met kabel.
Type 1 met kabel:
L2- en L3-metingen zijn niet beschikbaar voor tests.
3
is niet beschikbaar als spanningstoevoer.
d
Gebruikt een max. laadstroom van 32 A voor Proximity Pilot-tests.
Max. belastbaarheid kabel is niet beschikbaar voor tests.
Type 2 met kabel:
Gebruikt Max. belastbaarheid kabel voor Proximity Pilot-tests.
Type 2 met aansluiting:
Max. belastbaarheid kabel is niet beschikbaar voor tests.
0
(Opslaan) om de configuratie-
Beschrijving