MOBIELE AIRCONDITIONER
11
LOKALE AIRCONDITIONERS
2. KIES DE JUISTE LOCATIE
•
Is het apparaat meer dan 45° gekanteld? Laat
het dan eerst 24 uur rechtop rusten voordat u
het apparaat aanzet.
•
Plaats het apparaat op een sterk en waterpas
oppervlak, op een plek met minstens 50 cm
vrije ruimte rondom het apparaat zodat er
voldoende luchtcirculatie is.
•
Plaats het apparaat niet tegen muren,
gordijnen of andere objecten die de luchtinlaat
en -uitlaat kunnen blokkeren. Houd de
luchtinlaat- en uitlaat vrij.
3. LUCHTAFVOER BEVESTIGEN
De luchtafvoer van de airconditioner moet naar buiten leiden, zodat de warme en
vochtige lucht van het apparaat afgevoerd kan worden.
Vervang of verleng de afvoerslang niet. Dit vermindert de effectiviteit van het
apparaat en kan er zelfs voor zorgen dat het apparaat niet meer werkt door een
te lage tegendruk.
Stap 1:
afvoerslang.
Stap 2: Bevestig de venster-uitlaatadapter aan het andere einde van de
afvoerslang.
Bevestig de afvoerslangadapter aan een van de eindes van de
PA33 GEBRUIKSAANWIJZING