Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zender Opslaan; Camera; Camerabron Oproepen; Camera-Ingangen Omschakelen - ZENEC Z-N975 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

1. DAB+ bron oproepen.
2. Tik in de Tuner bedieningsbalk op
om de DAB-instellingen te openen.
3. Voer de gewenste instelling uit. De wijzigingen worden automatisch verwerkt.
Functie
Betekenis
DAB-DAB
Aantikken om DAB-DAB zender volgen (Following)
Zender volgen
AAN of UIT te zetten.
FM-DAB
Aantikken om FM-DAB zender volgen (Following)
Zender volgen
AAN of UIT te zetten.
DAB
Aantikken om de 12V fantoomvoeding voor de DAB-antenne op de
Antennebus 12V
antenneaansluiting aan of uit te zetten.
voeding
DAB
Toont de huidige DAB-firmware.
Firmware
TPEG
Toont de huidige TPEG-versie.
versie
OPMERKING: Het volgen van FM-DAB zenders werkt met een statisch functiealgoritme.
Afhankelijk van de ontvangstregio, de omgeving en de overige zenders kan het resultaat bij het
overschakelen variëren. Het overschakelen van de digitale naar de analoge frequentie van de
zender is alleen mogelijk indien de overeenkomstige zender in voldoende kwaliteit beschikbaar is
en indien de identificatiegegevens van de zenders overeenkomen.
OPMERKING: DAB-DAB Automatisch volgen van de zender.
In geval van slechte ontvangstkwaliteit wordt dezelfde zender in een ander ensemble gezocht
en wordt de signaalkwaliteit gecontroleerd. Mocht de zender in een ander ensemble beter te
ontvangen zijn, dan wordt er automatisch overgeschakeld.

ZENDER OPSLAAN

Er kunnen 18 stations worden opgeslagen.
1. DAB+ bron oproepen
2. Tik in de Tuner bedieningsbalk op "Presets" om de Presets / zenderlijst te openen.
3. Houd de gewenste geheugenplaats ingedrukt om de huidige zender op te slaan.
INFO: Tik kort aan om de opgeslagen DAB+ zender op te zetten.

CAMERA

Het ZENEC-systeem ondersteunt maximaal drie camerasystemen die rechtstreeks via het
scherm, de [CAM] sensorknop of via de stuurwielafstandsbediening kunnen worden bediend.
Het camerabeeld van camera1 wordt automatisch ingeschakeld wanneer de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld. Via de geavanceerde camera-instellingen binnen de bron kunt u de
parkeergeleidingslijnen weergeven als een overlay van het camerabeeld en ze afzonderlijk
configureren. De hulplijnen helpen om de afstand beter in te schatten en kunnen worden aangepast
aan de grootte van het voertuig.

CAMERABRON OPROEPEN

Optie 1:
Tik op het bronsymbool of op de [CAM] sensortoets om de camerabron op te roepen.
58 Rev.B
Optie 2:
Schakel in de achteruit versnelling.
Optie 3:
Druk op de betreffende toets [CAM/Voice] op het stuur om de camerabron op te roepen.

CAMERA-INGANGEN OMSCHAKELEN

Op het ZENEC-apparaat:
1. Tik binnen de camerabron op [Camera 1] c.q. [M-view] of op de [CAM] sensortoets om van
camera-1 / Multiview naar camera-2 en camera-3 te gaan.
2. Het camerabeeld van de geselecteerde camera wordt weergegeven.
Met de afstandsbediening op het stuur:
1. Druk herhaaldelijk op de toets [CAM/Voice] op het stuur om te schakelen tussen camera-1 /
Mutiview, camera-2 en camera-3 binnen de camerabron.
2. Het camerabeeld van de geselecteerde camera wordt weergegeven.

CAMERAPARKEERLIJNEN INSTELLEN EN CONFIGUREREN

1.
Tik op het bronsymbool of op de [CAM] sensortoets om de camerabron op te roepen.
2. Tik op het
symbool in de camerabron om de geavanceerde camera-instellingen te openen.
3. Maak de gewenste instellingen voor de parkeerhulplijnen, zie tabel. De wijzigingen worden
automatisch verwerkt.
Overzicht van belangrijke bedienings- en configuratieopties in de geavanceerde camera-
instellingen:
Functie
Symbool
Betekenis
Hulplijn-
Tik aan om de lijnen af te stellen.
instellingen
Weergave
Tik aan om de lijnen te tonen of te verbergen.
Marker
Weergave van de lijnenvelden (1 - 3), met de pijlen
Lijnenvelden
kunnen de niveaus worden gewijzigd.
Sluiten
Aantikken om het instellingenmenu te sluiten.
►◄
Kleiner
Aantikken om dit veld te verkleinen.
◄►
Groter
Aantikken om dit veld te vergroten.
Omhoog
Aantikken om dit veld naar voren te halen.
Naar beneden
Aantikken om dit veld weg te schuiven.
Basisinstelling
Tik aan om de lijnen vast te leggen in de basisinstelling
OPMERKING: Om de geleidelijnen te kalibreren, zet u de auto achteruit evenwijdig aan de
parkeerstrepen in het midden van het begin van de parkeerplaats.
59 Rev.B

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave