Bedieningspaneel
1
1
Programmaknop en "O" - Uit schakelaar
2
Functietoetsen
3
Functiestatuslampje
- DROGEN lampje
Voordat u de droger in gebruik neemt
Om eventuele restanten, die ontstaan zijn tijdens de fa-
bricage, te verwijderen, de trommel van de droger afvegen
Wasgoed sorteren en voorbereiden
Het wasgoed sorteren
• Sorteer op weefseltype:
– Katoen/linnen voor programma's in de KATOEN
programmagroep.
– Gemengde was en synthetische stoffen voor pro-
gramma's in de SYNTHETICA
groep.
• Sorteer op verzorgingslabel. De verzorgingslabels be-
tekenen het volgende:
Drogen in
Drogen op
de droog-
normale
trommel is
tempera-
in principe
tuur
mogelijk
programma-
Drogen bij
verlaagde
Drogen in
tempera-
de droog-
tuur (druk
trommel is
op de LA-
niet moge-
GE TEMP.
lijk
toets!)
2
- ANTI-KREUK / EINDE lampje
- FILTER lampje
4
START / PAUZE
met een vochtige doek of een korte cyclus ( ca. 30 min.)
met vochtige lappen in de trommel laten draaien.
Belangrijk! Doe geen nat wasgoed in de droger dat niet
op het label gespecificeerd is als geschikt voor drogen in
de droogtrommel.
Dit apparaat kan gebruikt worden voor alle soorten nat
wasgoed dat gelabeld is als geschikt voor drogen in de
droogtrommel.
• Droog nieuw, gekleurd textiel niet samen met lichtge-
kleurd wasgoed. Textielkleuren kunnen afgeven.
• Droog geen tricot en gebreide artikelen op het pro-
gramma EXTRA. Deze stukken kunnen krimpen!
Wasgoed voorbereiden
• Om te voorkomen dat was verstrikt raakt: sluit ritsen,
knoop dekbedovertrekken dicht en sluit losse riemen
of strikken (bijv. van schorten).
• Maak zakken leeg. Verwijder metalen voorwerpen (pa-
perclips, veiligheidsspelden etc.).
• Keer voorwerpen met dubbellaagse weefsels binnen-
stebuiten (bijv. met katoen afgewerkte anoraks, de ka-
toenlaag moet aan de buitenkant zitten). Deze weefsels
drogen dan beter.
3
4
toets
5