Opmerking: Druk eerst op Z
Z
weergave van 9 foto's tegelijk hersteld. (Bij weergave van 9 foto's tegelijk
ziet u 9 foto's op het LCD-scherm van de printer.) Druk tweemaal op Z
(Z
Druk op Z
5
De maximale vergrotingsfactor is 5,0 x.
Opmerking: Als door af te drukken met de geselecteerde vergroting de
afdrukkwaliteit merkbaar verslechtert, verandert de kleur van het bijsnijvak
van groen in geel.
Opmerking: Als u de vergrotingsfactor hoger maakt dan 3,0 x, wordt de
foto op het LCD-scherm niet verder vergroot. In plaats daarvan wordt het
bijsnijvak verkleind weergegeven om aan te geven dat een kleiner gedeelte
van de foto is geselecteerd.
Druk op Z
De minimale vergrotingsfactor is 1,0 x.
Op ieder niveau van vergroting kunt u met de knop F
6
(S
omhoog of omlaag verplaatsen.
7
Druk op de knop OK als het gedeelte van de afbeelding dat u wilt
afdrukken zich in het bijsnijvak bevindt.
Druk op de knop A
8
de helderheid van foto's aanpassen
Met het bedieningspaneel van de printer kunt u de helderheid van de foto's
aanpassen en de foto's lichter of donkerder dan de originelen afdrukken. De
helderheidswaarden variëren van –3 tot +3. De standaardwaarde is 0.
1
Plaats een geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf van de printer. Zie een
geheugenkaart plaatsen op pagina 12 voor meer informatie.
Druk op de knop F
2
gewenste fotolayout te markeren en druk vervolgens op de knop OK.
3
Als de eerste op de kaart opgeslagen foto op het LCD-scherm verschijnt,
drukt u op de knop F
foto te gaan waarvan u de helderheid wilt aanpassen. Druk op de knop OK.
Druk op de knop M
4
5
Druk op de knop F
Afbeelding verbeteren wordt gemarkeerd op het LCD-scherm. Druk op de
knop OK.
Druk op de knop F
6
Helderheid wordt gemarkeerd op het LCD-scherm. Druk op de knop OK.
Gebruik de pijlen op de knop F
7
de helderheid van de foto aan te passen:
–
–
Druk op de knop OK als de helderheid naar wens is.
8
Druk op de knop A
9
naslaggids
(Z
) – drukt, verlaat de printer de zoommodus en wordt de
OOMEN
OOM
) + om terug te gaan naar de zoommodus voor de geselecteerde foto.
OOM
(Z
OOMEN
OOM
(Z
OOMEN
OOM
P
) het bijsnijvak binnen de foto naar links, naar rechts,
ELECT
HOTOS
FDRUKKEN
'
OTO
S SELECTEREN
'
OTO
ENU
'
OTO
S SELECTEREN
'
OTO
S SELECTEREN
Druk op de knop F
OTO
helderheid te verhogen.
Druk op de knop F
OTO
helderheid te verlagen.
FDRUKKEN
foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart
(Z
) +. Als u eerst op de knop
OOMEN
OOM
) + om de vergrotingsfactor 0,25 x te verhogen.
) – om de vergrotingsfactor 0,25 x te verlagen.
(P
) om te beginnen met afdrukken.
RINT
(S
P
ELECT
(S
P
S SELECTEREN
ELECT
HOTOS
op het bedieningspaneel van de printer.
(S
P
ELECT
(S
P
ELECT
'
OTO
S SELECTEREN
'
(S
S SELECTEREN
ELECT
'
(S
S SELECTEREN
ELECT
(P
) om te beginnen met afdrukken.
RINT
OOMEN
'
OTO
S SELECTEREN
)
of
om de
HOTOS
)
of
om naar de
)
totdat de optie
HOTOS
)
totdat de optie
HOTOS
(S
P
) om
ELECT
HOTOS
P
)
of
om de
HOTOS
P
)
of
om de
HOTOS
21